N.B.: Bewaar remvloeistof schoon en droog.
Vervuiling door vuil, water,
petroleumproducten of andere materialen
kunnen leiden tot beschadiging en mogelijk
het defect raken van het remsysteem.
N.B.: Het remsysteem en het
bedieningsmechanisme van de koppeling
zijn aangesloten op één reservoir.
Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford
specificatie. Zie Technische specificatie
(bladzijde 232).
STUURBEKRACHTI-
GINGSVLOEISTOF
CONTROLEREN
WAARSCHUWING
Voorkom dat de vloeistof in contact
komt met de huid of de ogen. Mocht
dit toch gebeuren, spoel het
betreffende lichaamsdeel dan direct met
veel water schoon en neem contact op
met uw huisarts.
LET OP
Controleer of het peil tussen de MIN
en MAX merktekens staat.
TECHNISCHE SPECIFICATIE
Vloeistoffen
N.B.: Gebruik vloeistoffen die voldoen aan de gedefinieerde specificaties of vereisten.
Gebruik van andere vloeistoffen kan beschadiging tot gevolg hebben, hetgeen niet onder
de Garantie valt.
Onderhoud
Wanneer het peil bij het MIN merkteken
staat, vul dan direct bij.
Bijvullen
Verwijder de brandstofdop.
Het oliepeil mag niet boven het MAX
merkteken komen te staan.
Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford
specificatie. Zie Technische specificatie
(bladzijde 232).
RUITENSPROEIERVLOEISTOF
CONTROLEREN
N.B.: De ruitensproeiers van de voor- en
achterruit hebben een gemeenschappelijk
reservoir.
Gebruik voor het bijvullen een mengsel van
sproeiervloeistof en water om bevriezing
bij koude weersomstandigheden te
voorkomen en het reinigende effect te
verbeteren. We adviseren alleen
sproeiervloeistof van hoge kwaliteit te
gebruiken.
Raadpleeg de productinstructies voor
informatie over vloeistofverdunning.
232
LET OP