Laat de loopband zakken (zie DE LOOPBAND
OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK op pagina
24). Verwijder de drie #8 x 3/4" Schroeven (1).
Draai dan voorzichtig de Motorkap (71) eraf.
Zoek de Snelheidssensor (52) en de Magneet
(50) aan de linkerkant van de Katrol (49). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3mm
is. Indien nodig maakt u de #8 x 3/4" Tekschroef
(13) losser, beweegt u de Snelheidssensor licht-
jes en maakt u de schroef weer vast. Maak de
Motorkap (niet afgebeeld) weer vast met de vijf #8
x 3/4" Schroeven (niet afgebeeld) en laat de loop-
band een paar minuten draaien om de snelheids-
meting na te kijken.
Boven-
aanzicht
3 mm
52
13
SYMPTOOM: de helling van de loopband wijzigt
niet goed
a. D ruk de toetsen Stop [STOP] en Snelheid [SPEED]
verhogen in, plaats de sleutel in het bedieningspa-
neel en laat de toetsen Stop en Snelheid verhogen
dan los. Druk op de toets Stop en druk dan op de
toets Helling [INCLINE] verhogen of verlagen. De
loopband stijgt automatisch naar het maximale hel-
lingsniveau en keert dan terug naar het minimum-
niveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw
gekalibreerd. Als het hellingsysteem niet kalibreert,
druk dan opnieuw op de toets Stop, en druk op-
1
71
50
nieuw op de toets Helling verhogen of verlagen.
Als het hellingsysteem is gekalibreerd, dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt als u erop
loopt
a. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan al-
Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan al-
Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan al-
leen een 3-aansluiting, 1 mm
niet langer is dan 1,5 m.
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de wer-
Als de loopband te strak is gezet, dan zal de wer-
Als de loopband te strak is gezet, dan zal de wer-
king van de loopband verslechteren en kan de
loopband beschadigd raken. Verwijder de sleutel
en dan DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
TE HALEN. Draai beide afstelschroeven van de
ruststandrol een kwartslag naar links met de inbus-
sleutel. Als de loopband goed vastzit moet u elke
rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopop-
pervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loop-
band in het midden zit. Haal dan de stekker uit het
stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband
een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband
goed vastzit.
b
5–7 cm
Afstelschroeven van de Ruststandrol
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: behandel de band of het loop-
behandel de band of het loop-
behandel de band of het loop-
platform nooit met siliconenspray of enig
ander middel tenzij dit is opgegeven door een
bevoegde onderhoudsvertegenwoordiger.
Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit van
de loopband verslechteren en leiden tot over-
matige slijtage. Als u vermoedt dat de loopband
aanvullende smering nodig heeft, raadpleegt u de
omslag van deze handleiding.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
26
(maat 14) snoer dat
2
Zorg ervoor dat de loop-
Zorg ervoor dat de loop-