Figuur 35
1. Knop voor stoelophanging
De rugleuning verstellen
De rugleuning kan worden versteld zodat u kunt rijden
in een comfortabele positie. Zet de rugleuning in een
positie die voor u het meest comfortabel is.
Om de rugleuning te verstellen, draait u de knop onder
de rechter armsteun in een van beide richtingen om de
meest comfortabele positie te verkrijgen (Figuur 34).
Lendensteun instellen
De rugleuning kan worden versteld om de lendensteun
aan te passen aan de onderkant van uw rug.
Om de rugleuning te verstellen, draait u de knop onder
de linker armsteun in een van beide richtingen om de
meest comfortabele positie te verkrijgen (Figuur 34).
Bestuurdersstoel
ontgrendelen
Om bij het hydraulische systeem en andere systemen
onder de stoel te kunnen komen, moet u de stoel
ontgrendelen en naar voren kantelen.
1. Met de instelhendel van de bestuurdersstoel kunt u
de stoel helemaal naar voren schuiven.
2. Druk een van de stoelvergrendelingen, achter
en naast de stoel, naar achteren om de stoel te
ontgrendelen en trek de stoel naar voren (Figuur 36).
2. Instelling gewicht van
bestuurder
1. Stoelvergrendeling
Machine met de hand duwen
Als de machine defect raakt, afslaat wegens
brandstofgebrek, enz. zult u soms de machine moeten
duwen. In dat geval moet u eerst de hydraulische
omloopkleppen openen.
Belangrijk: U moet de machine altijd met de
hand duwen. Slepen van de machine kan schade
aan het hydraulische systeem veroorzaken.
De machine duwen
1. Schakel de aftakas uit en draai het contactsleuteltje
op UIT. Zet de hendels in de vergrendelde
neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
Verwijder het sleuteltje.
2. Til de stoel omhoog.
3. Draai de omloopkleppen 1 slag naar links
(Figuur 37).
Hierdoor kan de hydraulische vloeistof langs de
pomp worden geleid zodat de wielen kunnen
draaien.
Belangrijk: Draai de omloopkleppen niet meer
dan één slag. Dit voorkomt dat de kleppen uit
de behuizing vallen en de vloeistof naar buiten
stroomt.
35
Figuur 36