geen koffie bereiden. De machine signaleert de noodzaak voor
het leegmaken ook als het bakje niet volledig vol is, maar wan-
neer er 72 uur verlopen zijn vanaf de eerste bereiding (opdat de
72 uur goed berekend worden, moet de machine nooit worden
uitgeschakeld met de hoofdschakelaar - A22).
Let op! Gevaar voor brandwonden.
Als men verschillende cappuccino's na elkaar bereidt, wordt het
metalen kopjesblad (A12) warm. Wacht tot het blad afkoelt al-
vorens hem aan te raken en neem hem enkel aan de voorkant
vast.
Reiniging (met ingeschakeld apparaat):
•
Verwijder het drupbakje (A15) (afb. 21) en maak het leeg
en schoon.
•
Maak het koffiedikbakje (A11) zorgvuldig leeg en schoon;
verwijder zorgvuldig alle resten die op de bodem kunnen
achterblijven: de bijgeleverde kwast (C5) heeft een spatel-
tje dat hiervoor gebruikt kan worden.
•
Controleer het rode condensbakje (A10) en maak het leeg
indien het vol is.
Opgelet!
Bij het verwijderen van het drupbakje is het verplicht om ook
het koffiedikbakje te ledigen ook al is dit nog redelijk leeg.
Gebeurt dit niet dan kan het gebeuren dat, bij het zetten van
verdere kopjes koffie, het koffiedikbakje voller wordt dan voor-
zien en het apparaat zo verstopt raakt.
14.4 Reiniging van het drupbakje en het
condensbakje
Let op!
Het drupbakje (A15) is voorzien van een (rode) drijvende indi-
cator (A13) van het waterniveau in het bakje (afb. 22). Voor dat
deze indicator uit het kopjesblad (A12) begint te steken, moet
het bakje geledigd en gereinigd worden, anders kan het water
over de rand van het bakje lopen en de machine, het werkop-
pervlak of de omliggende zone beschadigen.
Voor de verwijdering van het drupbakje:
1. Verwijder het drupbakje en het koffiedikbakje (A11) (afb.
21);
2. Verwijder het kopjesblad (A12), het rooster van het drup-
bakje (A14), en maak het drupbakje en het koffiedikbakje
leeg; was beide componenten;
3. Controleer het rode condensbakje (A10) en maak het leeg
indien het vol is;
4. Plaats het drupbakje, compleet met het rooster, en het kof-
fiedikbakje terug in de machine.
14.5 Reiniging van de binnenkant van de
machine
Gevaar voor elektrische schok!
Alvorens de reinigingshandelingen van de interne delen uit te
voeren, moet de machine uitgeschakeld worden (zie hoofdstuk
"7. Uitschakeling van het apparaat") en losgekoppeld worden
van de elektriciteitsvoorziening. Dompel het apparaat nooit
onder in water.
1. Controleer regelmatig (ongeveer één keer per maand) of
de binnenkant van het apparaat vuil is (alleen toeganke-
lijk nadat het drupbakje (A15) weggenomen is). Verwijder
indien nodig de koffieaanslag met de bijgeleverde kwast
(C5) en een spons;
2. Zuig alle resten op met een stofzuiger (afb. 23).
14.6 Reiniging van het waterreservoir
1. Reinig regelmatig (ongeveer één keer per maand) en bij
iedere vervanging van het verzachtingsfilter (C4) (indien
aanwezig) het waterreservoir (A17) met een vochtige doek
en een beetje mild reinigingsmiddel;
2. Verwijder het filter (C4) (indien aanwezig) en spoel het af
onder stromend water;
3. Plaats het filter terug (indien aanwezig), vul het reservoir
met vers water en plaats het reservoir terug;
4. (alleen voor modellen met verzachtingsfilter) Laat 100ml
water afgeven.
14.7 Reiniging van de tuitjes van de koffieuitloop
1. Reinig regelmatig de tuitjes van de koffieuitloop (A9) met
een spons of een doek (afb. 24A).
2. Controleer of de gaatjes van de koffieuitloop verstopt zijn.
Verwijder indien nodig de koffieresten met een tandensto-
ker (afb. 24B).
14.8 Reiniging van de trechter voor het invoeren
van voorgemalen koffie
Controleer regelmatig (ongeveer één keer per maand) of de
trechter voor voorgemalen koffie (A4) verstopt is. Verwijder zo
nodig de koffieresten met de bijgeleverde kwast (C5).
14.9 Reiniging van de zetgroep
De zetgroep (A20) moet minstens één keer per maand worden
gereinigd.
Let op!
De zetgroep kan niet worden verwijderd wanneer het apparaat
ingeschakeld is.
18