Maaidek monteren
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en
draai het contactsleuteltje op uit. Verwijder het
contactsleuteltje.
2. Draai de voorwielen helemaal naar links en zet de
werktuighefhendel helemaal omhoog in de vergrendelde
stand; zie De werktuighefhendel bedienen, blz. 11.
3. Schuif het maaidek vanaf de rechterkant onder het
chassis (Fig. 5) en plaats de achterste montagebussen
recht voor de uiteinden van de hefarmen.
4. Draai de hoogte-instellingsknop helemaal linksom en
zet de hefhendel omlaag in de montage-stand; zie
Hoogte-instelling, blz. 12.
5. Plaats de achterste geleidebussen, eerste de linker bus
en daarna de rechterbus, op de hefarmen en schuif
daarna het maaidek links in zijn positie. Zet deze vast
met ringen (3/4 inch) en grote R-pennen (Fig. 5).
6. Bevestig de achterste verbinding aan de werktuiglift
met een ring (1/2 inch) en een kleine R-pen (Fig. 5).
5
2
3
Figuur 5
1. Hefarmen
2. Ring, 3/4 inch
3. R-pen, groot
4. Werktuiglift
7. Bevestig de voorste verstelbare verbindingen aan de
voorste hefarmen met ringen en kleine R-pennen
(Fig. 6).
7
6
4
1
m-2445
5. Achterste verbinding
6. Ring, 1/2 inch
7. R-pen, klein
2
1
Figuur 6
1. Verstelbare verbinding
2. Voorste hefarm
8. Trek aan de spanpoelie om de riemspanning te
verminderen en plaats de drijfriem van het maaidek in
de bovenste gleuf van de motorpoelie (Fig. 7).
Opmerking: Zorg ervoor dat de riem correct op de motor –
en de maaidekpoelie en om de spanpoelie ligt.
Belangrijk
Bij een uiterste geringe maaihoogte moet u
de drijfriem van het maaidek in de onderste gleuf van de
motorpoelie plaatsen.
2
Figuur 7
Bovenaanzicht
1. Drijfriem van maaidek
9. Controleer de horizontale stand van het maaidek; zie
Maaidek horizontaal stellen, blz. 9 en Schuinstand van
het maaidek (lengterichting) controleren, blz. 10.
10. Zet de werktuighefhendel helemaal omhoog in de
vergrendelde stand en stel de maaihoogte af. Stel
vervolgens de transporthoogte in, zie blz. 9.
8
3
2
m-2430
3. Ring, 1/2 inch
4. R-pen, klein
1
2. Motorpoelie