Het bereik aanpassen
U kunt het bereik van de diepteschaal voor traditionele en Garmin ClearVü sonarweergaven aanpassen. U kunt
het bereik van de breedteschaal voor de SideVü sonarweergave aanpassen.
Als u toestaat dat het toestel het bereik automatisch aanpast, wordt de bodem weergegeven in het onderste of
buitenste derde deel van het sonarscherm. Dit kan handig zijn voor het volgen van een bodem met minimale of
minder grote dieptewijzigingen.
Als u het bereik handmatig aanpast, kunt u een opgegeven bereik weergeven. Dit kan handig zijn voor het
volgen van een bodem met grote dieptewijzigingen, zoals steile hellingen. De bodem wordt op het scherm
weergegeven zolang deze binnen het door u ingestelde bereik blijft.
1 Selecteer in een sonarweergave
2 Selecteer een optie:
• Selecteer Auto om het bereik automatisch te laten aanpassen door de kaartplotter.
• Selecteer Omhoog of Achter om het bereik handmatig te vergroten of te verkleinen.
TIP: In het sonarscherm kunt u
TIP: Als u meerdere sonarschermen hebt, kunt u met de knop Selecteer het actieve scherm selecteren.
Instellingen voor ruisonderdrukking
Selecteer in een echoloodweergave
Interferentie: Hiermee past u de gevoeligheid aan om de gevolgen van interferentie door ruis veroorzakende
bronnen in de buurt te verminderen.
Gebruik de laagste interferentie-instelling waarmee de gewenste verbetering kan worden bereikt, om
interferentie van het scherm te verwijderen. U kunt interferentie het beste verwijderen door de
installatieproblemen op te lossen die de ruis veroorzaken.
Kleurlimiet: Hiermee kunt u een gedeelte van het kleurpalet verbergen om velden met zwakke ruis te
verwijderen.
Door de kleurlimiet in te stellen op de kleur van ongewenste echoresultaten, kunt u deze uit het beeld
verwijderen.
Middelen: Verwijdert ruis die geen deel uitmaakt van normale echoresultaten, en past de weergave van
echoresultaten, zoals de bodem, aan.
Wanneer Middelen wordt ingesteld op hoog, blijft er meer achtergrondruis over dan bij gebruik van de functie
Interferentie, maar die ruis heeft een lager niveau omdat deze wordt gemiddeld. Met Middelen kunt u ook
spikkels van de bodem verwijderen. De functies Middelen en Interferentie kunnen samen worden gebruikt
bij het verwijderen van achtergrondruis. U kunt de instellingen voor Interferentie en Middelen stapsgewijs
aanpassen om ongewenste ruis uit het beeld te verwijderen.
Oppervlakteruis: Hiermee verbergt u oppervlakteruis om de weergave overzichtelijker te maken. Met
bredere bundels (lagere frequenties) geeft u misschien meer doelen weer, maar genereert u ook meer
oppervlakteruis.
TVG: Hiermee kunt u de versterking afgezet tegen de tijd (Time-Varying Gain) aanpassen, waarmee u de
hoeveelheid ruis kunt verminderen.
Deze functie komt het best van pas in situaties waar u de ruis nabij het wateroppervlak wilt regelen en
onderdrukken. Hiermee kunt u ook objecten nabij het wateroppervlak weergeven die anders verborgen
zouden blijven door oppervlakteruis.
Viszoeker met sonar
> Bereik.
of
selecteren om het bereik handmatig aan te passen.
> Echoloodinstelling > Ruisonderdrukking.
75