Scherm- en geluidsinstellingen
Selecteer Instellingen > Systeem > Geluiden en scherm.
Zoemer: Schakelt het signaal in en uit dat afgaat voor alarmen en selecties.
Stel audio in: Hiermee stelt u de audio-uitvoer in.
Schermverlichting: Hiermee kunt u de helderheid van de schermverlichting instellen. U kunt de optie Auto
selecteren om de helderheid van de schermverlichting automatisch aan te passen op basis van het
omgevingslicht.
Synchronisatie schermverlichting: Synchroniseert de helderheid van de schermverlichting van andere
kaartplotters in het station.
Kleurmodus: Hiermee stelt u in of het toestel dag- of nachtkleuren weergeeft. U kunt de optie Auto selecteren
om het toestel automatisch te laten overschakelen naar dag- of nachtkleuren op basis van de tijd van de dag.
Beginafbeelding: Hiermee stelt u de afbeelding in die wordt weergegeven als u het toestel inschakelt.
Beginlay-out: Hiermee stelt u de lay-out in die wordt weergegeven als u het toestel inschakelt.
Audio-instellingen
U kunt hoorbare alarmen, meldingen en waarschuwingen instellen die op aangesloten audiotoestellen, zoals een
Fusion stereo-installatie, worden afgespeeld. Een audiotoestel kan worden aangesloten met behulp van HDMI
of het NMEA
0183 audiokabel-accessoire.
®
Selecteer Instellingen > Systeem > Geluiden en scherm > Stel audio in.
Audio-output: Hiermee schakelt u de audio-uitvoer voor audiowaarschuwingen in.
Audiowaarschuwingen: Hiermee kunt u instellen welke systeemalarmen en waarschuwingen via de compatibele
audio-uitvoer worden afgespeeld. Een alarm geeft aan dat een situatie gevaarlijk kan zijn voor de passagiers
en dat u onmiddellijk actie moet ondernemen. Een waarschuwing geeft aan dat de situatie gevaarlijk kan
zijn voor de apparatuur van de boot of de boot zelf en dat u spoedig actie moet ondernemen. Alle andere
berichten en informatie worden als meldingen geclassificeerd.
Taal voor audiowaarschuwingen: Hiermee stelt u de gesproken taal in voor waarschuwingen.
Toestel voor audiowaarschuwingen: Hiermee stelt u het toestel in om te regelen wanneer waarschuwingen
worden afgespeeld.
Bron van audiowaarschuwingen: Hiermee schakelt u de audio over naar de geselecteerde bron wanneer een
waarschuwing wordt afgespeeld.
Waarschuwingsvolume: Hiermee regelt u het volume van de waarschuwingen.
Instellingen voor satellietpositie (GPS)
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar op alle modellen.
Selecteer Instellingen > Systeem > Satellietpositionering.
Bron: Hiermee kunt u de voorkeursbron voor GPS-gegevens instellen.
Snelheidsfilter: Berekent gedurende korte tijd de gemiddelde snelheid van uw schip om de snelheidswaarden te
verscherpen.
WAAS/EGNOS: Schakelt WAAS gegevens (in Noord-Amerika) of EGNOS gegevens (in Europa) in of uit om
nauwkeurigere GPS-positiegegevens te verkrijgen. Het toestel kan meer tijd nodig hebben om satellieten te
vinden wanneer u WAAS/EGNOS gegevens gebruikt.
Positioneringsmodus > Alleen GPS: De GPS-bron gebruikt alleen GPS-satellieten voor positiegegevens.
Positioneringsmodus > GPS en GLONASS: De GPS-bron gebruikt zowel GPS-satellieten als GLONASS (Russisch
satellietsysteem) voor positiegegevens. Als het systeem wordt gebruikt in situaties met slecht hemelzicht,
kunnen GLONASS gegevens worden gebruikt in combinatie met GPS om nauwkeurigere positie-informatie te
leveren.
Positioneringsmodus > Multiconstellatie: De GPS-bron gebruikt GPS-gegevens van alle beschikbare
satellietposities voor positiegegevens.
Positioneringsmodus > Multiconstellatie en multifrequentie: De GPS-bron gebruikt GPS-gegevens van alle
beschikbare satellietposities en zowel de L1- als de L5-frequenties voor positiegegevens.
Toestelconfiguratie
®
139