Fig. 4: Draai elke klemplaatbout ongeveer een 1/2 omwenteling vast in een afwisselend (kruis)patroon met
behulp van de inbegrepen momentsleutel en 4 mm zeskantbit. Draai de bouten vervolgens volgens hetzelfde
kruispatroon aan tot 5,1 Nm/45 in-lbf.
Controleer na installatie van het stuur of de stuurpen zich op één lijn met de middellijn van de loopfiets
bevindt, zoals weergegeven in Fig. 7.
Fig. 7 toont een juist uitgelijnde stuur/stuurpen, Fig. 8 toont een verkeerd uitgelijnde stuur/stuurpen.
D e z a d e l h o o g t e a a n p a s s e n
5
G
H
Fig. 5: Controleer de hoogte van het zadel door uw kind op het zadel te laten zitten. Hoewel de hoogte van het
zadel zich binnen een bepaald bereik mag bevinden, is de ideale zitpositie van uw kind met de voeten plat op de
grond
en de knieën lichtjes gebogen
G
H
De knieën meer gebogen houden of ruimte onder de hielen is toegestaan maar kan tot
controleverlies over de loopfiets leiden. Experimenteer met de zadelhoogte totdat de beste
positie voor uw kind wordt gevonden.
6
J
Fig. 6: Als de zadelhoogte aangepast moet worden
momentsleutel om de zadelklembout
los te maken en past u de hoogte vervolgens aan. Zorg dat de
J
minimale inbrenglijn
niet zichtbaar is.
K
WAARSCHUWING! Tijdens het aanpassen van de zadelhoogte, zorgt u dat de zadelpen
voldoende diep in het frame wordt aangebracht zodat de minimale inbrenglijn niet zichtbaar is.
Wanneer de juiste hoogte is bepaald, brengt u het zadel op één lijn met de middenlijn van de fiets, zoals
weergegeven in Fig. 7, en draait u de zadelklembout vervolgens aan tot 5 - 6 Nm/44 - 53 in-lbf met behulp
van de inbegrepen momentsleutel en 5 mm zeskantbit.
Fig. 7 toont een juist uitgelijnd zadel, Fig. 8 toont een verkeerd uitgelijnd zadel.
voor maximale controle over de fiets.
I
K
, gebruikt u de inbegrepen 5 mm inbussleutel en
I