9
Storingen zoeken, storingen verhelpen en reparatie
9.1
Storingen zoeken en storingen
verhelpen
De onderdelen van het aandrijfsysteem worden
continu automatisch gecontroleerd. Wanneer een
storing wordt vastgesteld, verschijnt een
storingsmelding op de boordcomputer. Afhankelijk
van de aard van de storing wordt de aandrijving zo
nodig automatisch uitgeschakeld.
9.1.1
Aandrijfsysteem of boordcomputer
start niet op
Handel als volgt wanneer de boordcomputer en/of
het aandrijfsysteem niet opstart:
1 Controleer of de accu is ingeschakeld. Zo niet,
schakel dan de accu in.
Neem contact op met de dealer wanneer de
LED's van de laadtoestandweergave (accu)
niet branden.
2 Verwijder de accu wanneer de LED's van de
laadtoestandweergave (accu) branden, maar
het aandrijfsysteem toch niet opstart.
3 Breng de accu aan.
4 Start het aandrijfsysteem op.
5 Verwijder de accu wanneer het
aandrijfsysteem niet opstart.
6 Reinig alle contacten met een zachte doek.
7 Breng de accu aan.
8 Start het aandrijfsysteem op.
9 Verwijder de accu wanneer het
aandrijfsysteem niet opstart.
10 Laad de accu volledig op.
11 Breng de accu aan.
12 Start het aandrijfsysteem op.
13 Verwijder de boordcomputer wanneer het
aandrijfsysteem niet opstart.
14 Bevestig de boordcomputer.
15 Start het aandrijfsysteem op.
16 Neem contact op met dealer wanneer het
aandrijfsysteem niet opstart.
MY22I01 - 16_1.0_19.08.2021
Storingen zoeken, storingen verhelpen en reparatie
9.1.2
Storingsmelding
Voer onderstaande stappen uit wanneer een
storingsmelding wordt weergegeven:
1 Onthoud het nummer van de systeemmelding.
Een tabel met alle storingsmelding staat in
paragraaf
6.3.1.
2 Schakel het aandrijfsysteem uit en start het
opnieuw op.
3 Wordt de systeemmelding nog steeds
weergegeven, verwijder dan de accu en breng
deze opnieuw aan.
4 Start het aandrijfsysteem opnieuw op.
5 Neem contact op met de dealer wanneer de
systeemmelding nog steeds wordt
weergegeven.
169