Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Voorgeprogrammeerde Programma's - Sportop E2000P Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Voorgeprogrammeerde programma's

Er zijn 12 verschillende trainingsprogramma's.
Ga in het hoofdmenu met de draaiknop naar programma's en druk op enter. Vervolgens kunt u een
programma kiezen. Door aan de draaiknop te draaien scrolt u langs de programma's. Als u op een
programma staat, wacht dat 2 seconden voor de weergave van het programmaverloop. Om een programma
te kiezen, druk op enter.
Instellen voorgeprogrammeerde programma's
Stap 1.
Wanneer het standaardmenu wordt weergegeven, dient u de draaiknop naar rechts te draaien totdat PROG
wordt weergegeven. Druk zodra PROG wordt weergegeven op de draaiknop. Onder PROG bevinden zich de
voorgeprogrammeerde programma's.
Stap 2.
Hierna wordt P01 weergegeven en kunt u aan de draaiknop draaien om langs de verschillende programma's te
lopen van P01-P12.
Stap 3.
Zodra het gewenste programma wordt weergegeven kunt u op de draaiknop drukken om het gewenste
programma te selecteren.
Stap 4.
Nadat u op de draaiknop heeft gedrukt, kunt u een weerstandsniveau instellen om op te trainen. Stel een
weerstandniveau in m.b.v. de draaiknop en druk de draaiknop in om deingestelde weerstandsniveau op te
slaan.
Stap 5.
Hierna kunt u achtereenvolgens een trainingstijd (TIME), afstand (DISTANCE), calorieën(CALORIES) of
maximale hartslag (PULSE) instellen. Stel elk gegeven in door de draaiknoprichting +/- te draaien en druk
telkens op de draaiknop om de ingestelde waarden op te slaan.
Stap 6.
Nadat u alle gewenste gegevens heeft ingesteld, kunt u op de START/STOP knop drukken om tebeginnen met
trainen. De computer zal de weerstand automatisch verhogen en verlagen; tijdens het trainen kunt u
handmatig de weerstand aanpassen m.b.v. de draaiknop.
Stap 7.
Alle vooraf ingestelde waarden zullen gaan aflopen. Wanneer u geen tijd, afstand of calorieën vooraf instelt,
zullen deze automatisch worden bijgehouden.
Stap 8.
Overige gegevens zoals SPEED (snelheid), RPM (aantal omwentelingen per minuut), WATT en PULSE
(hartslag) zullen tijdens het trainen worden weergegeven.
Stap 9.
Indien u een maximale hartslag heeft ingesteld, zal de computer een piepsignaal afgeven zodra uw hartslag
de vooraf ingestelde hartslag overschrijdt.
4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave