Installatie
Het mengventiel opent niet direct na het activeren van de externe bijver-
warming. De vertraging kan op de bedieningseenheid worden ingesteld
(zie handleiding van de bedieningseenheid).
Het kan gebeuren, dat de externe bijverwarming meerdere keren start en
stopt. Dat is normaal. Er kan een extern boilervat worden geïnstalleerd
wanneer er vanwege te korte looptijden problemen ontstaan bij de exter-
ne bijverwarming. Neem contact op met de leverancier van de externe
bijverwarming voor meer informatie.
5.5.11 0 tot 10 V-aansturing voor externe bijverwarming
Bij bepaalde externe bijverwarmingen (extra verwarmingscassettes en
modulerende klassieke gaswandketels) is een vermogensregeling via
een 0 tot 10 V-signaal mogelijk. Deze wordt in dit geval op de uitgang
EMO 0–10 V van de installatiemodule aangesloten.
0010019944-002
Afb. 13 0 tot 10 V-aansturing voor externe bijverwarming
5.5.12 Magneetventiel voor de externe bijverwarming met debiet-
regeling
Bij gebruik van een externe bijverwarming met debietbewaking (hoofd-
zakelijk wandhangende gasketels met gering watervolume) moet in de
aanvoerleiding naar de externe bijverwarming een magneetventiel wor-
den geïnstalleerd.
Het magneetventiel wordt zodanig geïnstalleerd, dat:
• de start van de cv-pomp van de ketel het ventiel opent
• het stoppen van de circulatiepomp van de ketel het ventiel sluit
Afhankelijk van de gevoeligheid van de debietregeling kan ook een snel
motorventiel worden gebruikt voor het verlagen van het geluidsniveau.
Bij ketels zonder debietregeling (zoals bijvoorbeeld de meeste klassieke
gaswandketels die op de grond staan) is deze functie niet vereist.
5.5.13 Mengventiel (VM0) geopend/gesloten
Het mengventiel VM0 wordt door een signaal op aansluiting 63 geopend
en door een signaal op aansluiting 62 op de verbindingsklem VM0 geslo-
ten.
14
Compress 6000 AW AWB – 6721817723 (2023/03)