78
12.3
Onderhoudsparameters
13.0
Fabrieksinstellingen
NL
Onderhoudsinstellingen voor de ketel:
para-
Parameterbenoeming
meter
S3.4
Bescherming van
koelingssysteem – T2
sensor
Minimale temperatuur
S3.5
van het
koelingsscircuit (°C)
S3.6
Maximale temperatuur
van het
koelingsscircuit (°C)
In het menu bevinden zich softwaregereedschappen om het instellen van de
regelaar makkelijker te maken. Het terugzetten van de gewenste regelaarsin-
stellingen gebeurt met de keuze van:
RESET VAN REGELAARPARAMETERS
Zet alle parameterinstellingen P1, S1 (behalve S1.1) S2 en S3 op de
fabrieksinstellingen terug.
RESET VAN DE REGELAAR EN HERSTART VAN DE EERSTE INSTELLINGEN
Zet alle parameters op de fabrieksinstelling terug en start de regelaar zoals bij
de eerste ingebruikname.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN OPSLAAN
Slaat alle regelaarsinstellingen op als veiligheidskopie.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN LADEN
Alle regelaarsinstellingen uit een veiligheidskopie worden geladen. Indien er
geen veiligheidskopie beschikbaar is, kan dit niet uitgevoerd worden.
Melding: Voor het uitvoeren van de boven genoemde handelingen, verlangt de regelaar
een bevestiging van de gekozen handeling.
Beschrijving van de parameter
Met deze instelling bepaald u de reactie
van de regelaar als sensor T2 aanwezig
is. Als de temperatuur van T2 kleiner is
als S3.5, sluit de regelaar het mengven-
tiel compleet. Als de temperatuur
hoger dan S3.6 is, opent de regelaar
het mengventiel compleet.
0- met de sensor T2 wordt geen reke-
ning gehouden
1- Let enkel op de minimale tempera-
tuur (parameter S3.5)
2-Let enkel op de maximale tempera-
tuur (parameter S3.6)
3-Let op de minimale en maximale tem-
peratuur (parameter S3.5 en S3.6)
Instelling van de minimale temperatuur
waarbij de regelaar het mengventiel
compleet sluit
Instelling van de maximale tempera-
tuur waarbij de regelaar het mengven-
tiel compleet opent
Instelbereik
Overgenomen
waarde
0- zonder
1-TMIN
2-TMAX
3-TMIN en
TMAX
3
10 ÷ 30 °C
15
20 ÷ 40 °C
30
Vaste waarde regelaar