A
Kleurtemperatuur
De waargenomen kleur van een lichtbron varieert per
beeldweergavescherm en andere omstandigheden. Kleurtemperatuur is
een objectieve maateenheid voor de kleur van een lichtbron, die wordt
gedefinieerd als de temperatuur waarop een voorwerp zou moeten
worden verhit om licht met dezelfde golflengte uit te stralen. Terwijl
lichtbronnen met een kleurtemperatuur in de buurt van 5.000–5.500 K er
wit uitzien, beschikken lichtbronnen met een lagere kleurtemperatuur,
zoals gloeilamplicht, een enigszins gele of rode zweem. Lichtbronnen met
een hogere kleurtemperatuur hebben een blauwe zweem.
"Warmere" (meer rode) kleuren
q
q I (natriumdamplampen): 2.700 K
w J (gloeilamplicht)/ I (warm wit tl-licht): 3.000 K
e I (wit tl-licht): 3.700 K
r I (koel wit tl-licht): 4.200 K
t I (dag wit tl-licht): 5.000 K
y H (direct zonlicht): 5.200 K
u N (flitslicht): 5.400 K
i G (bewolkt): 6.000 K
o I (daglicht tl-licht): 6.500 K
!0 I (kwikdamp op hoge temp.): 7.200 K
!1 M (schaduw): 8.000 K
Opmerking: Alle getallen zijn benaderingen.
A
Bracketing
Voor informatie over het automatisch afwisselen van witbalansinstellingen
betreffende een opnamereeks, zie pagina 151.
142 Standen P, S, A en M
3000
4000
w
e
r
"Koelere" (meer blauwe) kleuren
5000
6000
tyu i
o
8000
10000
!0
!1
[ K ]