Flitscorrectie
Flitscorrectie wordt gebruikt om de flitssterkte aan te passen van
het niveau dat wordt aangeraden door de camera, waardoor de
helderheid van het hoofdonderwerp ten opzichte van de
achtergrond verandert. De flitssterkte kan worden verhoogd om het
hoofdonderwerp lichter te laten lijken, of worden verlaagd om
ongewenste hoge lichten of weerkaatsingen te voorkomen (0 360).
Houd de M (Y)- en E (N)-knoppen ingedrukt en draai aan de
instelschijf totdat de gewenste waarde in de zoeker of het
informatiescherm is geselecteerd. In het algemeen maken positieve
waarden het hoofdonderwerp lichter terwijl negatieve waarden het
hoofdonderwerp donkerder maken. De normale flitssterkte kan
worden hersteld door de flitscorrectie op ±0 in te stellen. Met
uitzondering van stand h wordt flitscorrectie niet teruggezet
wanneer de camera wordt uitgeschakeld (in stand h wordt
flitscorrectie teruggezet wanneer een andere stand wordt
geselecteerd of de camera wordt uitgeschakeld).
M (Y)-knop
+
Instelschijf
Informatiescherm
E (N)-knop
–0,3 LW
+1 LW
134 Standen P, S, A en M