Normale belichting kan worden hersteld door flitscorrectie op ±0 in
te stellen. Met uitzondering van stand h en % wordt
belichtingscorrectie niet teruggezet wanneer de camera wordt
uitgeschakeld (in stand h en % wordt belichtingscorrectie
teruggezet wanneer een andere stand wordt geselecteerd of de
camera wordt uitgeschakeld).
A
Het informatiescherm
Opties voor belichtingscorrectie zijn eveneens
toegankelijk vanuit het informatiescherm
(0 12).
A
Stand M
In de stand M is belichtingscorrectie alleen van invloed op de
belichtingsaanduiding.
A
Het gebruik van een flitser
Bij het gebruik van een flitser heeft belichtingscorrectie zowel invloed op
de achtergrondbelichting als de flitssterkte.
A
Bracketing
Voor informatie over het automatisch afwisselen van de belichting
gedurende een opnamereeks, zie pagina 151.
Standen P, S, A en M
133