Liquiline CM442/CM444/CM448
5.1.3 Kabelafscherming aansluiten
Gebruik zo mogelijk alleen geprefabriceerde originele kabel. Sensor-, veldbus- en
Ethernetkabel moeten afgeschermde kabel zijn.
Kabelvoorbeeld (komt niet perse overeen met de originele kabel)
1
Fig. 18: Prefab kabel
1
Buitenafscherming (vrij gelegd)
2
Kabeladers met eindhulzen
3
Kabelmantel (isolatie)
1)
Houd de aanwijzing in hoofdstuk "Randaarde waarborgen" aan(→ ä 32)
1. Maak een geschikte kabelwartel aan de onderkant van de behuizing los en verwijder de
blindplug uit de doorvoer.
2. Plaats de wartel correct om het kabeluiteinde en trek de kabel door de doorvoer in de
behuizing.
3. Installeer de kabel zodanig in de behuizing, dat de blootgelegde kabelafscherming in een
van de kabelklemmen past en de kabeladers gemakkelijk tot aan de aansluitstekker van de
elektronicamodule kunnen worden geïnstalleerd.
4. Schroef de kabelklem op en klem de kabel vast. Aansluitend de schroef van de kabelklem
weer vastdraaien.
5. Sluit de kabeladers aan conform het aansluitschema.
6. Schroef tenslotte de kabelwartel van buiten af vast.
Endress+Hauser
2
3
a0013210
Fig. 19: Kabel plaatsen
4
Aardklem
4
a0013211
Fig. 20: Schroeven vastdraaien (2 Nm)
Kabelafscherming is door aardklem
geaard
Elektrische aansluiting
a0013212
1)
17