16.6.1
Ontstekings- en vlamcontrole-elektrode
• Ontkoppel de connector (3) van de elektrode en de
aardaansluitleiding (2).
• Verwijder de 2 bevestigingsschroeven (4) van de ontstekings-
en vlamcontrole-elektrode.
• Verwijder de elektrode voorzichtig van de verbrandingskamer.
• Controleer het uiteinde van de elektrodes (6) op beschadiging.
• Verwijder de eventuele vervuiling en controleer of de afstand
tussen de 2 elektrodes 3,5 à 4,5 mm bedraagt.
• Vervang altijd de pakking (5).
16.6.2
Branderstraat demonteren
• Demonteer de geluiddemper (zie hoofdstuk "Demontage van
de geluiddemper").
• Ontkoppel de connector van de ontstekings- en vlamcontrole-
elektrode (6) vanaf de ontsteker.
• Verwijder de gasaansluitleiding (17).
• Verwijder de connectors van het gasmechanisme (1) en de
ventilator (15).
• Draai de 4 moeren (7) los.
• Verwijder het branderstraat (11) van het warmtewisselaar (11).
De schroeven (8) zijn op het warmtewisselaar gelast en
mogen niet beschadigd worden. Als dit wel zo is dient het
warmtewisselaar vervangen te worden.
De isolatie tussen branderdeur en het branderstraat mag niet
beschadigd zijn. Als dit wel zo is dient ze vervangen te worden.
16.6.3
Warmtewisselaar reinigen
• Maak de spiraalbuis (10) van het warmtewisselaar (11) schoon
met water.
16.6.4
Brander controleren
De brander (13) vergt geen enkel onderhoud en moet niet
gereinigd worden.
• Controleer of zijn oppervlak niet beschadigd is. Vervang de
brander indien nodig.
• Monteer na controle of vervanging van de brander, het
branderstraat zoals beschreven in het volgende hoofdstuk.
0020165495_01 - 02/13 - AWB
16.6.5
Branderstraat monteren
GEVAAR:
a
Bij elke demontage van de brander moeten altijd grafi et
pakking (12) en de moeren (7) worden vervangen, en
minstens 1 keer per 5 jaar.
• Breng het branderstraat (11) op het warmtewisselaar (11) aan.
• Haal de 4 moeren (7) geleidelijk en in gekruiste volgorde aan.
• Breng de geluiddemper weer aan.
• Verbind de gasaansluitleiding (17) met het brandergeheel.
Breng een nieuwe dichting aan.
• Verbind de connector van de ontstekings- en vlamcontrole-
elektrode (6) met de ontsteker.
• Sluit de connectors van het gasmechanisme (1) en de
ventilator aan (15).
• Open de gastoevoer naar het toestel.
• Controleer de dichtheid van de koppeling.
16.7
Voedingssnoer vervangen
• Als het voedingssnoer beschadigd is, vervang dit dan volgens
de aanbevelingen uit het hoofdstuk "Elektrische aansluiting".
17 Onderdelen vervangen
• Gebruik geen gerenoveerde of gekopieerde onderdelen, maar
uitsluitend originele onderdelen geleverd door AWB.
• Als u een onderdeel nodig hebt, neemt u contact op met de
afdeling service van AWB.
• Geef de naam van het toestel op; deze vindt u op het
naamplaatje vooraan op het toestel.
GEVAAR:
a
Onderdelen mogen alleen worden vervangen door een
erkend installateur.
OPMERKING: tijdens vervanging van een onderdeel in het
verbrandingscircuit dient u het volgende te controleren:
- De dichtheid van het rookafvoersysteem en de afdichtingen
van het rookafvoerkanaal,
- De dichtheid van het verbrandingscircuit van de ketel en
bijbehorende afdichtingen,
- De bedrijfsdruk van het inlaatgas bij maximumdebiet,
- Het gasdebiet,
- De verbrandingsprestaties.
ONDERHOUD
NL
- 35 -