D e c o m m u n i c a t o r
Druk op
Gereed
om de instellingen op te slaan.
Druk op Menu om door de tabbladen van het dialoogvenster te bladeren.
Problemen met afdrukken
De communicator geeft een melding weer als deze niet met een compatibele printer kan worden verbonden.
Hieronder volgen enkele uitgangspunten bij het oplossen van problemen:
• Printer - controleer of de printer is ingeschakeld en on line is, druk een testpagina af, probeer af te drukken terwijl de
communicator rechtstreeks met de printer is verbonden, controleer of de printer wel werkt met andere draadloze
apparaten en controleer of de printer door de communicator wordt ondersteund.
• Infrarood - controleer of infrarood is ingeschakeld, of de infraroodpoorten van de communicator en de printer naar elkaar
toe zijn gericht en of er op beide poorten geen heldere lampjes branden.
• Bluetooth - controleer of Bluetooth is ingeschakeld en of de communicator andere Bluetooth-apparaten dan de printer
kan vinden en controleer of de communicator en de printer niet te ver van elkaar verwijderd zijn.
• Wireless LAN - controleer of wireless LAN is ingeschakeld en of de instellingen voor wireless LAN juist zijn, of de wireless
printer compatibel is met de communicator en controleer of andere wireless LAN-apparaten uw wireless printer kunnen
vinden.
Instellingen voor mobiel afdrukken beheren
Als u de Hewlett-Packard-instellingen voor mobiel afdrukken wilt beheren, gaat u naar
→
Config.scherm
Extra's
• Printermodel — Selecteer de printer die u wilt gebruiken. Als het specifieke model printer niet voorhanden is, selecteert u
een model dat daar het meeste op lijkt.
• Kwaliteit — Selecteer de afdrukkwaliteit.
dpi,
Best
voor afdrukken met 1200 dpi en
afdrukken, selecteert u
• Mediatype — Selecteer het type afdrukmateriaal.
• Kleur — Geef aan of u wilt afdrukken in kleur of in grijstinten.
Stickers in het verkooppakket
De stickers in het verkooppakket bevatten belangrijke informatie over service en klantenondersteuning. Bovendien bevat het
verkooppakket instructies voor het gebruik van deze stickers.
Gegevensverbindingen
Dit apparaat ondersteunt packetgegevens (GPRS), gegevensoproepen met hoge snelheid (HSCSD), GSM-gegevensoproepen en
wireless LAN-verbindingen.
Wireless LAN (wireless Local Area Network)
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van wireless LAN-verbindingen. Vraag dit na bij de bevoegde
instanties of de serviceprovider.
Functies die gebruikmaken van wireless LAN of die ervoor zorgen dat wireless LAN-functies op de achtergrond actief zijn
terwijl andere functies worden gebruikt, verbruiken meer batterijcapaciteit en kunnen de levensduur van batterijen
verkorten.
De communicator is goedgekeurd voor gebruik in een wireless LAN. U kunt met wireless LAN e-mailberichten verzenden en
ontvangen en uw apparaat verbinden met het internet.
De communicator biedt ondersteuning voor de volgende wireless LAN-functies:
• IEEE 802.11b standaard
• Gegevenssnelheden tot maximaal 11 Mbit/s
• Werking met een frequentie van 2,4 GHz met gebruikmaking van DSSS-radiotechnologie (Direct Sequence Spread Spectrum)
• WEP-gegevenscodering (Wired Equivalent Privacy) met sleutels tot maximaal 232 bits.
• WPA (Wi-Fi Protected Access)
De functies WEP en WPA kunnen alleen worden gebruikt als deze door het netwerk worden ondersteund.
Als u het apparaat naar een andere locatie verplaatst binnen het wireless LAN en buiten het bereik van een wireless LAN-
toegangspunt, kan de roamingfunctionaliteit automatisch een verbinding tot stand brengen tussen het apparaat en een
ander toegangspunt dat tot hetzelfde netwerk behoort. Zo lang u binnen het bereik van toegangspunten blijft die tot
hetzelfde netwerk behoren, kan de verbinding tussen de communicator en het netwerk in stand blijven.
Copyright © 2004 Nokia. All Rights Reserved.
→
hp printer selection'
. Definieer de volgende instellingen:
Standaard
Max
voor afdrukken met 2400/4800 dpi. Als u inkt wilt besparen of sneller wilt
Standaard
of Concept.
is voor afdrukken met 600 dpi,
20
→
→
Bureaublad
Extra
Concept
voor snel afdrukken met 300