Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Eerste Keer Opstarten; Toetsen En Aansluitingen - Nokia 9500 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor 9500:
Inhoudsopgave

Advertenties

A a n d e s l a g
• PIN- en PIN2-code — De PIN-code (Personal Identification Number) beveiligt de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik en
wordt doorgaans bij de SIM-kaart geleverd. De PIN2-code wordt bij sommige SIM-kaarten geleverd en is nodig om
toegang te krijgen tot bepaalde functies, zoals die voor het gebruik van vaste nummers.
Nadat driemaal achter elkaar een verkeerde PIN-code is ingevoerd, wordt de PIN-code geblokkeerd en moet u de
blokkering opheffen met een PUK-code (Personal Unblocking Key) om ervoor te zorgen dat u de SIM-kaart weer kunt
gebruiken. Voor bepaalde functies, zoals die voor het gebruik van vaste nummers, hebt u de PIN2-code nodig die bij
sommige SIM-kaarten wordt geleverd. Als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd, kunt u deze alsnog opvragen bij de
serviceprovider van de SIM-kaart.
• Beveiligingscode — De beveiligingscode beveiligt de communicator tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard
ingesteld op 12345. Wijzig de code en houd de nieuwe code geheim. Bewaar de code op een veilige plaats uit de buurt
van de communicator.
• PUK- en PUK2-codes — De PUK-code (Personal Unblocking Key) is nodig om een geblokkeerde PIN-code te wijzigen. De
PUK2-code is nodig om een geblokkeerde PIN2-code te wijzigen. Als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd, kunt u
deze alsnog opvragen bij de serviceprovider van de SIM-kaart.
• Blokkeerwachtwoord — Het blokkeerwachtwoord is nodig als u Oproepen blokkeren gebruikt.
blokkeerwachtwoord wijzigen op pagina 82.
Sommige toepassingen van het apparaat werken met wachtwoorden en gebruikersnamen tegen onbevoegd gebruik van
internet en de daarop geboden diensten. Deze wachtwoorden kunnen worden gewijzigd in de instellingen van de
toepassingen.

Eerste keer opstarten

De eerste keer dat u de communicator inschakelt, dient u enkele basisinstellingen te definiëren. U kunt de instellingen
naderhand altijd wijzigen. Volg de aanwijzingen op het display.
1. Selecteer de taal voor de communicator en druk op OK.
2. Selecteer uw woonplaats (of dichtstbijzinde stad) in de lijst en druk op OK. U kunt naar een stad zoeken door de eerste
letters van de naam van de stad te typen of door de bladertoets of pijltoetsen te gebruiken. Het is belangrijk dat u de
juiste stad selecteert, omdat geplande agenda-items die u opgeeft kunnen veranderen wanneer de woonplaats wordt
gewijzigd.
3. Stel de tijd en datum in en druk op OK.
4. Druk op
OK
om uw eigen contactkaart te maken.
5. Voer de de gegevens voor uw contactkaart in en druk op OK.
6. Druk op OK.
De standaardmappen, zoals
Als u de taal van de communicator nadien wijzigt, blijven de mapnamen ongewijzigd.

Toetsen en aansluitingen

1 —  Aan/uit-toets .
2 — Bladertoets, linker- en rechterselectietoets. Druk op het midden van de bladertoets of druk op een van de
selectietoetsen om de erboven weergegeven functie uit te voeren.
3 — Beltoets (links,
), eindtoets (rechts,
Copyright © 2004 Nokia. All Rights Reserved.
C:\Mijn bestanden\
en de submappen daarvan, worden tijdens de eerste keer opstarten gemaakt.
Toetsen en aansluitingen
).
10
Zie Het

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave