6.3 Storingen
Algemeen
De centrale houdt toezicht op het interne circuit, de componenten,
maar ook op de externe circuits voor storingscondities. In het
algemeen veroorzaken open zones of kortsluitingen op externe
zones het melden van een storing.
Wanneer de storing een bijzondere zone betreft, lichten de
respectievelijke LEDs op : b.v. het uitpluggen van een detector
activeert de ALGEMENE STORING en ZONE STORING LEDs.
De tabel hieronder, is een gids voor mogelijke storingen op de
centrale. De normale procedure voor het identificeren van
storingen kan gebeuren door het telkens opsplitsen van het circuit
tot het probleem ontdekt wordt. Steeds terugkomende storingen
(zoals smeltende zekeringen) vragen een grondiger analyse.
Storing/Indicatie
Voedingsstoring
(gedoofde LED)
Voedingsstoring
(brandende LED)
Zone Storing
Sirene storing
TX Storing
Storing Aarde
Resetteerbare 24V
defect
Nevenvoeding 24V
defect
Storing Tx/
Herhaalbord
CPU Storing
CFP800 Installatie- en gebruikershandleiding
Mogelijke Oorzaak
Actie
Geen voeding
Controleer voeding en
Zekering defect
zonodig de zekering.
Controleer de aanslui-
Batterij of PSU AC-
tingen en de zekering.
verbinding niet aange-
sloten.
Open zone of kortsluiting.
Controleer zone voor
Uitgeplugde detector.
afwezige detector. Isoleer
storing door het circuit op
E i n d e l i j n s w e e r s t a n d
te splitsen.
defect of afwezig.
Isoleer storing op centrale
Open zone of kortsluiting
of circuit.
Zekering defect.
E i n d e l i j n s w e e r s t a n d
Zoek storing op circuit.
Controleer zekeringen in
defect of afwezig.
de centrale :
Moederbord - F5 - F6
S6 uitbreid. - F1 - F6
ZS4 uitbreid. - F1 - F4
Open zone of kortsluiting.
Vervang zekerheid F8
Isoleer storing op centrale
E i n d e l i j n s w e e r s t a n d
of circuit door een 10K te
defect of afwezig.
plaatsen op de uitgang.
Zekering F8 defect.
Isoleer elke externe circuit
Circuit in contact met
afzonderlijk tot opklaring.
aarde.
Controleer externe circuit
Zekering F1 - F4 defect.
voor overbelasting.
Vervang zekering.
Controleer externe circuit
Zekering F7 defect.
voor overbelasting.
Vervang zekering F7.
Controleer herhaalborden
Storing op herhaalbord of
afzonderlijk.
communicatie-aansluiting.
Isoleer storing op aanslui-
tingskabel.
Watchdog herstarten
Centrale resetten
Circuitkaarten vervangen.
Hardware defect
40
Version V0102
7 De CFP-800 Centrale : Functies
7.1 Algemeen
De centrale heeft twee hoofdfuncties - in toevoeging van het
systeemtoezicht - die toelaten om afzonderlijke zones te isoleren
of te testen.
Het isoleren van een zone kan nuttig zijn wanneer ongewenste
alarmmeldingen zich voordoen door omgevingsfactoren zoals
bouw- of onderhoudswerken die de detectoren activeren. De
geïsoleerde zone of zones wordt op een hoorbare en zichtbare
manier op de centrale vermeld. Deze melding blijft onveranderd
tot het systeem terug in normale toestand gebracht wordt.
Het plaatsen van een zone in test laat de verantwoordelijke toe
om de te testen elementen te activeren zonder een brandalarm
te veroorzaken ofwel de centrale telkens te resetten als er een
element geactiveerd is. Ook 'Looptest' genoemd, biedt deze test
een eenvoudige methode voor het testen van een zone zonder
het volledig systeem buiten dienst te plaatsen. De testconditie
wordt eveneens op een hoorbare en zichtbare wijze aangeduid
tot de centrale opnieuw in normale toestand geplaatst wordt. Het
is mogelijk om de centrale vooraf te programmeren zodat, na
een bepaalde tijdspan, de centrale zichzelf terug in normale
toestand plaatst.
7.2 Controle Mode
Om de controlemode op te starten, druk tegelijkertijd op de
Shift toets en de 'Evacuatie'- of de 'Stilzetten'toetsen. Eén
van de zonale indicatoren (LED) zal beginnen snel te pulsen om
aan te duiden dat de zone geselecteerd is. Indien de geselecteerde
zone Geïsoleerd of In Test is, dan zullen de ZONE GEISOLEERD
of IN TEST LEDs eveneens oplichten.
Steeds met de ingedrukte Shift toets, druk herhaaldelijk op de
Stilzetten toets om stapsgewijs de gewenste zone te isoleren
of te testen. De richting van de stapkeuze kan veranderd worden
door de Stilzetten toets gedurende 2 à 3 seconden in te drukken.
Wanneer de gewenste zone geselecteerd is, kan haar status
veranderd worden door de Shift toets samen met de Evacuatie
toets in te drukken. De combinatie van de zonale indicator en de
GEISOLEERD LED of de IN TEST LED, duidt de toestand van
Eens dat de opeenvolgende
de desbetreffende zone aan.
zones geselecteerd zijn, geven
de 'Zone Geïsoleerd' en de 'In
Test' LEDs enkel de status van
7.3 Zone Isoleren
die bepaalde zone weer.
Wanneer de laatste zone ge-
isoleerd werd, schakelt de
Druk op beide Shift en Evacuatie toetsen. Bij de eerste druk,
Controlemode uit door het
licht de ZONE GEISOLEERD LED op en de buzzer zoemt continu
resetten van de centrale. De
om aan te duiden dat de geselecteerde zone vanaf nu geïsoleerd
pulserende LED wordt dan
constant opgelicht.
is.
CFP800 Installatie- en gebruikershandleiding
41
Version V0102