9. Maatregelen bij alarm
Het belangrijkste is: blijf kalm. Als het alarm afgaat, gaat het niet altijd om eeninbraak. In de meeste geval-
len heeft het alarm een andere oorzaak en gaat het om een door eigen toedoen geactiveerd vals alarm. Zoek
dus eerst uit wat er precies aan de hand is en handel vervolgens weloverwogen. Schakel de installatie uit,
controleer de reden van het alarm en reset daarna het alarm.
Als het alarm is afgegaan, schakelt u eerst uw alarmcentrale uit, bijvoorbeeld door de gebruikerscode in te
voeren. Daarna wordt u gevraagd om de alarmcentrale te "resetten". Dat betekent dat u het alarm nog moet
"bevestigen", zodat deze weer kan terugkeren naar een ingeschakelde toestand.
Nu wordt het alarm op het display weergegeven. "T2" betekent in dit geval dat in sectie 2 een alarm is af-
gegaan. "Inbraak Z02 alarm" betekent dat binnen deze sectie de "zone 02" een inbraakalarm geactiveerd
heeft. Deze "zone 02" is de tweede melder in het systeem die "MC keuken" (magneetcontact keuken) ge-
noemd is. U kunt nu naar de keuken gaan en bij deze melder controleren wat er precies gebeurd is.
Let op: Het kan gebeuren dat u een alarm eventueel niet kunt resetten. Bijvoorbeeld als de behuizing van
uw alarmcentrale en de componenten zijn geopend en er bijvoorbeeld een sabotagealarm is geactiveerd.
Dit kan in bepaalde gevallen alleen door uw installateur worden verholpen.
9.1 Soorten alarm
Een alarm kan verschillende oorzaken hebben. De volgende alarmen zijn mogelijk:
• sabotagealarm
• inbraakalarm
• overvalalarm
• technisch alarm
• brandalarm
• zorgmelding of medische noodoproep
• overschrijding ingangsvertragingstijd
• overschrijding uitgangsvertragingstijd
De Secvest beschikt over vier verschillende alarmeringssoorten. Afhankelijk van de toestand van de alarmcen-
trale (uitgeschakeld, ingeschakeld, intern ingeschakeld) kunnen de volgende alarmen optreden (afhankelijk
van de opties resp. de programmering van de alarmcentrale):
9. Maatregelen bij alarm
Als de oorzaak verholpen of duidelijk is, drukt u op "resetten". Daarmee wordt
de installatie gereset en is klaar om opnieuw te worden ingeschakeld. Het re-
setten van de installatie is absoluut noodzakelijk. Als u dit niet doet (bijvoor-
beeld als u op "verlaten" drukt) is de installatie niet op de voorgeschreven
wijze gereset en dat wordt automatisch bij de volgende inschakeling weergege-
ven. Als er niets wordt ingevoerd, verdwijnt de grafische weergave na 1 minuut,
maar blijft behouden in het systeem.
174
|
175