8.2 Grafische weergave in- en uitschakelen op display
In dit hoofdstuk leest u hoe het in- en uitschakelen van de centrale op het display wordt aangegeven. In
eerste instantie wordt ervan uitgegaan dat uw systeem met slechts één sectie geconfigureerd is. Alle melders
zijn dus toegewezen aan sectie 1. In dit geval beslaat sectie 1 het hele object.
8.3 In- en uitschakelen met sneltoetsen
De hier beschreven wijze om de installatie via de sneltoetsen in te schakelen is eigenlijk een van de
snelste manieren.. Dit voorbeeld laat tevens zien hoe de installatie in de regel wordt ingeschakeld. In het
volgende hoofdstuk maakt u kennis met andere varianten om de installatie in te kunnen schakelen. Of deze
mogelijkheden toegepast kunnen worden hangt af van de wijze waarop uw installateur het systeem heeft
geconfigureerd. Vraag daarom uw installateur als u een bepaalde inschakelmogelijkheid wilt gebruiken.
8. Installatie in- en uitschakelen
1. Als de installatie uitgeschakeld is, ziet het display er als volgt uit: Het symbool
"hangslot open" geeft de uitgeschakelde toestand van de centrale aan:
2. Als u nu op de toets
Zoals hierboven reeds is vermeld kan het systeem ook pas na afloop van een
vertragingstijd inschakelen.
3. Binnen deze tijd dient u het object te verlaten. Het symbool "hangslot
gesloten" geeft nu de ingeschakelde toestand van de alarmcentrale aan. Als u
nu de alarmcentrale weer wilt uitschakelen, drukt u eenvoudig op de toets
en voert een geldige gebruikerscode in. De installatie wordt dan
uitgeschakeld en speelt het geluidsfragment "alarminstallatie uitgeschakeld" af.
Bovendien wordt deze toestand aangegeven met het symbool "hangslot open".
druk, wordt het complete systeem ingeschakeld.