Routemodus: Hiermee stelt u uw transportmiddel in om uw
route te optimaliseren.
Berekeningswijze: Hiermee stelt u de methode in waarmee uw
route wordt berekend.
Zet vast op weg: Zet het positiepictogram, dat uw positie op de
kaart aangeeft, vast op de dichtstbijzijnde weg.
Te vermijden instellen: Hiermee stelt u in welke wegtypen u
wilt vermijden.
Herberekenen: Herberekent automatisch de route wanneer u
van de route afwijkt.
Waarschuwingen
U kunt -waarschuwingen gebruiken om te trainen met specifieke
doelstellingen voor tijd, afstand, hartslag, cadans en calorieën.
Bereikwaarschuwingen instellen
Als u een optionele hartslagmeter, cadanssensor of
vermogensmeter hebt, kunt u bereikwaarschuwingen instellen.
Een bereikwaarschuwing wordt afgegeven wanneer het toestel
een waarde meet die boven of onder een opgegeven
waardenbereik ligt. Zo kunt u bijvoorbeeld instellen dat het
toestel u waarschuwt als uw cadans lager is dan 40 rpm of
hoger dan 90 rpm. U kunt ook een trainingszone
(Trainingszones, pagina
10) gebruiken voor de
bereikwaarschuwing.
1
Selecteer
> Activiteitinstellingen.
2
Selecteer Waarschuwingen.
3
Selecteer Hartslagwaarschuwing, Cadanswaarschuwing
of Vermogenswaarsch..
4
Schakel indien nodig de waarschuwing in.
5
Voer de minimum- en maximumwaarde in of selecteer zones.
6
Selecteer indien nodig
Telkens als u boven of onder het opgegeven bereik komt, wordt
een bericht weergegeven. U hoort ook een pieptoon als
geluidssignalen zijn ingeschakeld
pagina
13).
Een terugkerende waarschuwing instellen
Een terugkerende waarschuwing wordt afgegeven telkens
wanneer het toestel een opgegeven waarde of interval
registreert. U kunt bijvoorbeeld instellen dat het toestel u elke 30
minuten waarschuwt.
1
Selecteer
> Activiteitinstellingen.
2
Selecteer Waarschuwingen.
3
Selecteer Tijdwaarschuwing, Afstandswaarschuwing of
Calorieënwaarschuwing.
4
Schakel de waarschuwing in.
5
Voer een waarde in.
6
Selecteer
.
Telkens als u de opgegeven waarde voor een waarschuwing
bereikt, wordt een bericht weergegeven. U hoort ook een
pieptoon als geluidssignalen zijn ingeschakeld
toestelgeluiden instellen, pagina
Auto Lap
®
Ronden op positie markeren
Met de functie Auto Lap kunt u de ronde automatisch markeren
op een bepaalde positie. Dit is handig als u uw prestaties tijdens
verschillende gedeelten van een rit wilt vergelijken (bijvoorbeeld
na een lange klim of na een sprint). Tijdens een koers kunt u de
functie Op positie gebruiken om een ronde te starten bij alle
rondeposities die voor de koers zijn vastgelegd.
1
Selecteer
> Activiteitinstellingen.
2
Selecteer Automatische functies > Auto Lap > Auto Lap-
trigger > Op positie > Ronde bij.
3
Selecteer een optie:
12
.
(De toestelgeluiden instellen,
(De
13).
• Selecteer Alleen bij drukken op Lap om de rondeteller te
activeren telkens als u
van deze locaties opnieuw passeert.
• Selecteer Start & ronde om de rondeteller te activeren op
de GPS-locatie waar u
tijdens de rit waar u
• Selecteer Markeer en ronde om de rondeteller te
activeren op een specifieke GPS-locatie die u vóór de rit
hebt gemarkeerd en bovendien op elke locatie tijdens de
rit wanneer u
selecteert.
4
Pas zo nodig de rondegegevensvelden aan
(Gegevensschermen aanpassen, pagina
Ronden op afstand markeren
Met de functie Auto Lap kunt u de ronde automatisch markeren
op basis van een bepaalde afstand. Dit is handig als u uw
prestaties tijdens verschillende gedeelten van een rit wilt
vergelijken (bijvoorbeeld om de 10 mijl of 40 km).
1
Selecteer
> Activiteitinstellingen.
2
Selecteer Automatische functies > Auto Lap > Auto Lap-
trigger > Op afstand > Ronde bij.
3
Voer een waarde in.
4
Pas zo nodig de rondegegevensvelden aan
(Gegevensschermen aanpassen, pagina
Auto Pause gebruiken
U kunt de functie Auto Pause
automatisch te onderbreken als u stopt met bewegen of
wanneer uw snelheid onder de opgegeven waarde komt. Dit is
handig als er verkeerslichten of andere plaatsen voorkomen in
uw route waar u langzamer moet fietsen of moet stoppen.
OPMERKING: De geschiedenis wordt niet vastgelegd wanneer
de timer is gestopt of gepauzeerd.
1
Selecteer
> Activiteitinstellingen.
2
Selecteer Automatische functies > Auto Pause.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Zodra gestopt om de timer automatisch te
onderbreken wanneer u stopt met bewegen.
• Selecteer Aangepaste snelheid om de timer automatisch
te pauzeren wanneer uw snelheid onder een bepaalde
waarde komt.
4
Pas zo nodig optionele tijdgegevensvelden aan
(Gegevensschermen aanpassen, pagina
Automatische slaapstand gebruiken
U kunt de Automatische slaapstand functie gebruiken om
automatisch in de slaapstand te gaan na 5 minuten van
inactiviteit. Tijdens de slaapstand is het scherm uitgeschakeld
en zijn de ANT+ sensors, Bluetooth en GPS niet verbonden.
Wi‑Fi blijft actief wanneer het toestel zich in de slaapstand
bevindt.
1
Selecteer
> Activiteitinstellingen.
2
Selecteer Automatische functies > Automatische
slaapstand.
Auto Scroll gebruiken
Met de functie Auto Scroll doorloopt u automatisch alle
schermen met trainingsgegevens terwijl de timer loopt.
1
Selecteer
> Activiteitinstellingen.
2
Selecteer Automatische functies > Auto Scroll.
3
Selecteer een weergavesnelheid.
De startmelding wijzigen
Met deze functie herkent het toestel automatisch dat er
satellietsignalen worden ontvangen en dat de fiets rijdt. U wordt
er zo aan herinnerd de timer in te stellen, zodat uw ritgegevens
worden vastgelegd.
selecteert en telkens als u een
selecteert en op elke locatie
selecteert.
11).
11).
gebruiken om de timer
®
11).
Uw toestel aanpassen