Bluetooth instellingen
Selecteer
> Bluetooth.
Schakel in: Hiermee schakelt u Bluetooth draadloze
technologie in.
OPMERKING: De overige Bluetooth instellingen worden
alleen weergegeven als Bluetooth draadloze technologie is
ingeschakeld.
Toestelnaam: Hiermee kunt u een gebruiksvriendelijke naam
invoeren ter identificatie van uw toestellen met draadloze
Bluetooth technologie.
Koppel smartphone: Hiermee koppelt u uw toestel met een
compatibele smartphone met Bluetooth functionaliteit. Met
deze instelling kunt u Bluetooth draadloze functies gebruiken,
zoals LiveTrack en activiteiten uploaden naar Garmin
Connect.
Meldingen voor telefoon en SMS: Hiermee kunt u
telefoonmeldingen vanaf uw compatibele smartphone
inschakelen.
Gemiste oproepen en SMS-berichten: Geeft gemiste
telefoonmeldingen vanaf uw compatibele smartphone weer.
Wi‑Fi instellingen
Selecteer
> Wi-Fi.
Wi-Fi: Hiermee schakelt u Wi‑Fi draadloze technologie in.
OPMERKING: De overige Wi‑Fi instellingen worden alleen
weergegeven als Wi‑Fi is ingeschakeld.
Automatisch uploaden: Hiermee kunt u automatisch
activiteiten uploaden via een vertrouwd draadloos netwerk.
Voeg netwerk toe: Voegt uw toestel toe aan een draadloos
netwerk.
Uw activiteiteninstellingen bijwerken
1
Selecteer
> Activiteitinstellingen.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Gegevensschermen om de
gegevensschermen en gegevensvelden aan te passen
(Gegevensschermen aanpassen, pagina
• Selecteer Kaart om de kaartinstellingen aan te passen
(Kaartinstellingen, pagina
• Selecteer Routebepaling om de route-instellingen aan te
passen
(Route-instellingen, pagina
• Selecteer Waarschuwingen om uw
trainingswaarschuwingen aan te passen
(Waarschuwingen, pagina
• Selecteer Automatische functies > Auto Lap om in te
stellen hoe rondes worden gemarkeerd
pagina
12).
• Selecteer Automatische functies > Auto Pause om in te
stellen wanneer de timer automatisch pauzeert
Pause gebruiken, pagina
• Selecteer Automatische functies > Automatische
slaapstand om in te stellen dat het toestel automatisch in
de slaapstand gaat na 5 minuten inactiviteit
slaapstand gebruiken, pagina
• Selecteer Automatische functies > Auto Scroll om de
weergave van de pagina's met trainingsgegevens aan te
passen wanneer de timer loopt
pagina
12).
• Selecteer Startmelding om de startmeldingsmodus aan te
passen
(De startmelding wijzigen, pagina
Alle wijzigingen die u aanbrengt worden opgeslagen in de
activiteiteninstellingen.
Uw toestel aanpassen
11).
11).
11).
12).
(Auto Lap
®
,
(Auto
12).
(Automatische
12).
(Auto Scroll gebruiken,
12).
Gegevensschermen aanpassen
1
Selecteer
> Activiteitinstellingen.
2
Selecteer Gegevensschermen.
3
Selecteer een gegevensscherm.
4
Schakel indien nodig het gegevensscherm in.
5
Selecteer het aantal gegevensvelden dat u op het scherm
wilt weergeven.
6
Selecteer
.
7
Selecteer een gegevensveld om het te wijzigen.
8
Selecteer
.
Kaartinstellingen
Selecteer
> Activiteitinstellingen > Kaart.
Oriëntatie: Hiermee stelt u in hoe de kaart wordt weergegeven
op de pagina.
Automatisch zoomen: Hiermee selecteert u automatisch een
zoomniveau voor de kaart. Als u Uit selecteert, moet u
handmatig in- en uitzoomen.
Begeleidingstekst: Hiermee stelt u in wanneer afslag-voor-
afslag navigatieaanwijzingen worden weergegeven (vereist
navigatiekaarten).
Kaartzichtbaarheid: Hiermee kunt u de geavanceerde
kaartfuncties opgeven.
Kaartinformatie: Hiermee kunt u de op het toestel geladen
kaarten in- of uitschakelen.
De oriëntatie van de kaart wijzigen
1
Selecteer
> Activiteitinstellingen > Kaart > Oriëntatie.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Noord boven om het noorden boven aan de
pagina weer te geven.
• Selecteer Koers boven om uw huidige reisrichting boven
aan de pagina weer te geven.
• Selecteer 3D-modus voor een autoperspectief met de
reisrichting bovenaan.
Geavanceerde kaartinstellingen
Selecteer
> Activiteitinstellingen > Kaart >
Kaartzichtbaarheid.
Kaartzichtbaarh.modus: Automatisch en Hoog contrast
hebben vooraf ingestelde waarden. Kies Aangepast als u zelf
een waarde wilt opgeven.
Zoomniveaus: Hiermee worden kaartonderdelen op of onder
het geselecteerde zoomniveau weergegeven.
Tekstgrootte: Hiermee wordt de tekstgrootte voor kaartitems
ingesteld.
Detail: Hiermee stelt u in hoeveel details op de kaart worden
weergegeven. Door het weergeven van meer details is het
mogelijk dat de kaart langzamer opnieuw wordt getekend.
Arcering: Geeft reliëfdetails weer op de kaart (indien
beschikbaar) of schakelt arcering uit.
Extra kaarten kopen
Voordat u extra kaarten aanschaft, dient u de versie van de
kaarten op uw toestel vast te stellen.
1
Selecteer
> Activiteitinstellingen.
2
Selecteer Kaart > Kaartinformatie.
3
Selecteer een kaart.
4
Selecteer
.
5
Ga naar
http://buy.garmin.com
Garmin dealer.
Route-instellingen
Selecteer
> Activiteitinstellingen > Routebepaling.
of neem contact op met uw
11