Hoofdmenu
afb. 41: Weergave Ringspleetmeting
Overnemen
42
Raak het ringspleetmeeting-symbool (O
•
het hoofdmenu aan.
De meting start automatisch.
Het referentiezuurstofgehalte O
automatisch op 21,0 vol.-% vastgelegd. Als het
nodig mocht zijn, het frisse lucht- resp. het
omgevingszuurstofgehalte opnieuw te bepalen,
kan dit door het aanraken van het menupunt O
(omgeving) gebeuren. Daarvoor mag de sonde
zich echter niet in de ringspleet bevinden.
De gevonden waarde wordt als punt O
(ringspleet) aangegeven.
O
(verschil) geeft het verschil aan tussen
2
referentiezuurstofgehalte en het gevonden
zuurstofgehalte in de ringspleet.
Verder is het CO-gehalte in de ringspleet
aangegeven.
Voor de druk- en de gasmeting trekt u de
•
ringspleet-meergatssonde van de
rookgassonde af en houdt u de rookgassonde
in de ringspleet.
Start de drukmeting, door de toets P
•
(ringspleet) aan te raken.
•
Start de temperatuurmeting, door de toets
Temp. (ringspleet) aan te raken.
Raak na de meting de Overnemen-toets aan,
•
om in het meetgegevensmenu te komen en
daar de meetgegevens op te slaan, vgl.
hoofdstuk 8.
) in
2
(omgeving) is
2
2
2
D