Afb. 37: Bovenaanzicht van het display
meting lekvolume
Afb. 38: Onderaanzicht van het display
meting lekvolume
Soorten meting in het hoofdmenu
Menupunt „Lekvolume (autom.)" in het hoofdmenu
kiezen.
Op rechter toets „Start" drukken.
Nu worden de stabiliseringstijd, de meetduur, de
gassoort, de luchtdruk, de proefdruk, de
bedrijfsdruk en de pompdruk aangegeven. De
gebruiker kan alle instellingen vooraf met de
pijltjestoetsen individueel instellen.
De stabiliserings- en meetdruk kan via de „Info"-
toets volgens de instellingen van DVGW VP 925
worden gekozen.
Als gassoort kunnen aardgas, waterstof, vloeibaar
gas, butaan, propaan, stadsgas en lucht worden
gekozen.
De meting kan hetzij via de gasbalg rechtstreeks
met het bedrijfsgas plaatsvinden of na
voorafgaande spoeling van de leiding ook met
lucht.
WAARSCHUWING!
Voor de meting met lucht dient er absoluut een
spoeling met een inert gas plaats te vinden.
De luchtdruk wordt bij ingebouwde absolute
druksensor (optioneel) automatisch bepaald. Als
er geen absolute druksensor is ingebouwd, moet
de actuele luchtdruk ter plaatse handmatig
worden ingevoerd. (zie hoofdstuk 6.13, Setup,
subpunt „Luchtdruk")
Uit deze instellingen berekent het apparaat de
benodigde pompdruk voor de interne druktank,
zodat ook minimale lekken in de orde van grootte
van de aantoonbaarheidsgrens van 0,1 l/h met
zekerheid gedetecteerd kunnen worden.
NB:
Als de leiding met gas is gevuld, moet de meting
met de instelling „aardgas" worden verricht.
35