Inhoudsopgave
Advertenties
• Automatische toegangsmodus
Het is na het invoeren van een code niet nodig de toets
Als het ingevoerde aantal cijfers (bijv. 5 cijfers) bereikt is, controleert het codeslot de code. Als
de gebruikerscode correct is, activeert het codeslot de uitgang.
Deze toegangsmodus kan bijvoorbeeld worden gebruikt als er veel mensen toegang nodig
hebben, omdat er een snellere bediening mee mogelijk is.
Belangrijk!
Alle codes (mastercode, gebruikerscode, superusercode, bezoekerscode) moeten
hetzelfde aantal cijfers hebben, bijvoorbeeld 5-cijferige codes.
Als dit niet wordt opgevolgd, werkt bijvoorbeeld de invoer van een superuser-code
niet.
Als u van handmatige naar automatische toegangsmodus wilt overschakelen, moet
u eerst alle programmering wissen, zie hoofdstuk 14. c). Denkt u eraan na het
omschakelen zo nodig de mastercode te wijzigen, zodat ook deze de gewenste
lengte heeft (bijv. mastercode van 5 cijfers). U kunt vervolgens verder gaan met de
programmering.
Toegangsmodus selecteren:
• Het codeslot moet in de programmeermodus staan, zie hoofdstuk 14. b).
• Algemene invoer voor programmering:
Programmeercode
• Programmeercode 70
• Toegangsmodus selecteren:
Automatische toegangsmodus
Handmatige toegangsmodus (standaardinstelling)
• Bevestiging:
Bevestig de invoer met de toets
Het codeslot geeft twee pieptonen en de middelste LED knippert 2x kort oranje. De
programmering is opgeslagen.
• Als u klaar bent met programmeren, verlaat u de programmeermodus met de knoppen
44
Toegangsmodus selecteren
of
.
in te drukken.
Bevestiging
.
Advertenties
Inhoudsopgave
