Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

Gebruiksaanwijzing
RFID-/Codeslot "Touch S"
Bestelnr. 2388645

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Sygonix Touch S

  • Pagina 1 Gebruiksaanwijzing RFID-/Codeslot “Touch S” Bestelnr. 2388645...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding ..........................4 2. Verklaring van de symbolen ....................4 3. Omvang van de levering .....................5 4. Gebruik volgens de voorschriften ..................5 5. Veiligheidsinstructies ......................6 6. Bedieningsorganen en aansluitingen ..................7 7. Montage en aansluiting .....................10 8. Programmering ........................12 a) Programmeermodus starten/beëindigen ..............12 b) Mastercode wijzigen ....................13 c) Toegangsmodus selecteren ..................14 d) Standaard toegangscode wijzigen ................15...
  • Pagina 3 Pagina q) Schakelduur voor AUX-uitgang instellen ..............29 AUX-code en AUX-transponder opslaan/wijzigen ............30 s) Transponder als mastertransponder opslaan .............31 Alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen ...........32 9. Gebruik ..........................34 a) Eerste ingebruikname ....................34 b) Toegang door middel van een geldige transponder/code ..........35 c) Toegang via de deuropenertoets ................35 10.
  • Pagina 4: Inleiding

    1. Inleiding Hartelijk dank voor de aankoop van dit product. Het product voldoet aan alle wettelijke, nationale en Europese normen. Om dit zo te houden en een veilig gebruik te garanderen, dient u als gebruiker de aanwijzingen in deze gebruiksaan- wijzing op te volgen.
  • Pagina 5: Omvang Van De Levering

    3. Omvang van de levering • Codeslot • Montagemateriaal (2x speciale schroeven, 2x pluggen, schroevendraaierbit voor de twee speciale schroeven) • Sticker met belsymbool • 3x transponderkaart • Gebruiksaanwijzing Actuele gebruiksaanwijzingen Download de meest recente gebruiksaanwijzing via de link www.conrad.com/downloads of scan de afgebeelde QR-code.
  • Pagina 6: Veiligheidsinstructies

    5. Veiligheidsinstructies In geval van schade die ontstaat door het niet naleven van deze gebruiksaan- wijzing komt de waarborg/garantie te vervallen! Wij zijn niet aansprakelijk voor gevolgschade! Wij zijn niet aansprakelijk voor materiële schade of persoonlijk letsel veroor- zaakt door verkeerd gebruik of het niet opvolgen van de veiligheidsinstructies! In dergelijke gevallen komt de garantie te vervallen.
  • Pagina 7: Bedieningsorganen En Aansluitingen

    6. Bedieningsorganen en aansluitingen 1 LED 2 Opening voor wandmontage 3 Toetsenbord 4 Lichtsensor voor bescherming tegen sabotage 5 Aansluitkabel 6 Soldeeroog voor aardaansluiting 7 Piëzo-zoemer 8 RFID-sensor 9 Opening voor wandmontage De kleuren van de LED (1) en hun functie worden beschreven in hoofdstuk 7.
  • Pagina 8 Aansluitkabel (het opschrift rechts staat op een vlaggetje dat op de kabels zit) met de kleur- toewijzing: Rood Zwart groen Geel Blauw Bruin Oranje Paars • Rode/zwarte kabel: Aansluiting voor spanning-/stroomvoorziening Let bij het aansluiten op de juiste polariteit (plus/+ = rode kabel, GND/- = zwarte kabel). • Groene kabel: Aansluiting voor deuropenertoets Het tweede contact van de deuropenertoets moet worden aangesloten op GND/- (zwarte ka- bel).
  • Pagina 9 • Bruine leiding: Aansluiting voor deurcontact (bijv. een magneet-/reedschakelaar) Als er geen deurcontact wordt gebruikt, sluit dan de bruine kabel aan op de minpool (GND/-) van de voedingsspanning (zwarte kabel). Als het deurcontact wordt onderbroken, is er geen bediening mogelijk, de LED knippert afwisselend groen en blauw. • Oranje/paarse kabel: AUX-uitgang, NO/Normaal open contact;...
  • Pagina 10: Montage En Aansluiting

    7. Montage en aansluiting Geen enkele aansluitkabel mag geknikt of ingeklemd worden. Storingen, kortsluiting evenals een defect apparaat kunnen het gevolg zijn. Zorg er bij het boren en vast- schroeven voor dat u geen kabels of leidingen beschadigt. Het aansluiten is alleen in spanningsloze toestand toegestaan. Via twee openingen kan het codeslot aan de muur of een ander oppervlak worden gemonteerd.
  • Pagina 11 Schakel de bedrijfsspanning in. De LED brandt kort geel en vervolgens blauw. Twee geluidssignalen zijn te horen. Het codeslot bevindt zich nu in de stand-bymodus. Als de LED bij de eerste inbedrijfstelling afwisselend groen/blauw knippert, is het deurcontact (bruine kabel, “reed”) onderbroken. In dit geval is programmeren niet mogelijk.
  • Pagina 12: Programmering

    8. Programmering Belangrijk! Wij raden u aan alle codes en instellingen te noteren. Zo kunt u ook na lange tijd alle programmeringen begrijpen en indien nodig aanpassen aan nieuwe eisen. Het codeslot kan natuurlijk worden teruggezet naar de fabrieksinstellingen - alle in- stellingen gaan daarbij verloren (opgeslagen transponder-/gebruikerscodes blijven behouden en moeten mogelijk afzonderlijk worden verwijderd).
  • Pagina 13: Mastercode Wijzigen

    b) Mastercode wijzigen De mastercode is vereist voor alle programmeringen van het codeslot en moet daarom dien- overeenkomstig worden geselecteerd. In de fabrieksinstelling bij levering (of na terugzetten naar fabrieksinstellingen) is de mastercode “1234”. Om veiligheidsredenen raden wij u ten zeerste aan deze mastercode te wijzigen voordat u het codeslot gebruikt.
  • Pagina 14: Toegangsmodus Selecteren

    c) Toegangsmodus selecteren Het wisselcontact kan op 3 verschillende manieren worden geactiveerd. Hiervoor kan de toe- gangsmodus worden gewijzigd. Ga als volgt te werk: • Start de programmeermodus zoals beschreven in hoofdstuk 8. a) door tweemaal de master- code in te voeren, de gele LED moet nu gaan branden. • Voer de programmeercode voor de toegangsmodus in: • Het codeslot geeft 2 geluidssignalen af.
  • Pagina 15: Standaard Toegangscode Wijzigen

    d) Standaard toegangscode wijzigen Als u in hoofdstuk 8. c) de toegangsmodus “0” hebt geprogrammeerd, kan het wisselcontact of via een geldige transponder of via de standaard toegangscode worden geactiveerd. Op deze manier kan iemand die zijn transponder is vergeten of kwijtgeraakt toch de deur ope- nen.
  • Pagina 16: Transponder Inleren

    e) Transponder inleren Er kunnen maximaal 600 verschillende transponders aan het codeslot worden ingeleerd. Als u in hoofdstuk 8. c) de toegangsmodus “2” hebt geprogrammeerd, dan kan ook voor elke transponder afzonderlijk een gebruikerscode worden opgeslagen (zie hoofdstuk 8. f). Ga als volgt te werk: • Start de programmeermodus zoals beschreven in hoofdstuk 8.
  • Pagina 17: Gebruikerscode Opslaan/Wijzigen

    f) Gebruikerscode opslaan/wijzigen Als u in hoofdstuk 8. c) de toegangsmodus “2” hebt geprogrammeerd, dan moet voor elke trans- ponder ook een extra gebruikerscode worden opgeslagen. In deze toegangsmodus wordt het wisselcontact alleen geactiveerd als eerst een geldige trans- ponder wordt ingelezen en vervolgens de bijbehorende gebruikerscode wordt ingevoerd. Belangrijk! Alle codes (mastercode, gebruikerscodes, standaard toegangscode, bypass-code, AUX-code) moeten dezelfde lengte hebben.
  • Pagina 18: Alle Geheugen Wissen

    g) Alle geheugen wissen Dit kan nodig zijn als u de lengte van de mastercode wijzigt (bijv. voorheen 4 cijfers, nu 5 cijfers) of als u na de eerste functietest de transponder-/gebruikerscodes voor normaal bedrijf wilt programmeren. De transponders in de geheugens 001 - 600 worden gewist en de bestaande gebruikerscodes worden teruggezet naar de fabrieksinstelling.
  • Pagina 19: Enkele Geheugen Wissen

    h) Enkele geheugen wissen Wanneer een gebruiker geen toegang meer heeft, kan het bijbehorende geheugen met de daarin opgeslagen transponder worden gewist. De gebruikerscode wordt teruggezet naar de standaardinstelling. De gebruikerscode is in de fabrieksinstellingen 8888 Als u een 5-8-cijferige master- code hebt geprogrammeerd, wordt deze cijferreeks dienovereenkomstig uitgebreid (bijv.
  • Pagina 20: Opeenvolgend Geheugen Wissen

    i) Opeenvolgend geheugen wissen Deze functie kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een hele opslaggroep te verwijderen, bijv. als het codeslot is geïnstalleerd in een huurobject (magazijn, woning, etc.) en een huurder is gewisseld. De te wissen geheugens moeten achter elkaar volgen, bijv. geheugens 012-025. De gebruikerscode wordt voor elk geheugen teruggezet naar de basisinstelling.
  • Pagina 21: Transponder Verwijderen

    j) Transponder verwijderen In plaats van een geheugen te wissen (zie hoofdstuk 8. h), kunt u ook de transponder wissen. Daarbij wordt ook de bijbehorende gebruikerscode teruggezet naar de fabrieksinstelling. Als de transponder verloren of defect is, kunt u deze wissen door het transponder- nummer in te voeren.
  • Pagina 22: De Activeringsduur Voor Het Wisselcontact Instellen

    k) De activeringsduur voor het wisselcontact instellen Met deze programmering kunt u bepalen hoe lang het wisselcontact wordt geactiveerd bij een geldige toegangspoging (fabrieksinstelling is 5 seconden); een tijd van 01...99 seconden kan worden ingesteld. Bij een invoer van “00” werkt het wisselcontact in de zogenaamde “toggle”-modus. Bij elke gel- dige toegangspoging verandert het wisselcontact de schakelstand.
  • Pagina 23: De Beveiliging Tegen Onjuiste Invoer In-/Uitschakelen

    l) De beveiliging tegen onjuiste invoer in-/uitschakelen Hiermee kan worden geprogrammeerd of het codeslot al dan niet moet reageren op foutieve invoer met een blokkering (fabrieksinstelling: gedeactiveerd). Als de beveiligingsfunctie wordt ingeschakeld, vergrendelt het codeslot zowel het toetsenbord als de RFID-sensor voor de duur van ong. 30 seconden bij onjuiste invoer. In het volgende hoofdstuk 8.
  • Pagina 24: Beveiligingsfunctie Selecteren

    m) Beveiligingsfunctie selecteren Zoals al beschreven in hoofdstuk 8. l), kunt u kiezen tussen twee verschillende beveiligingsfunc- ties (activeer het slot door 5 keer de verkeerde code in te voeren of 20 onjuiste cijfers die niet overeenkomen met een opgeslagen code). Selecteer de beveiligingsfunctie zoals hieronder beschreven;...
  • Pagina 25: Bedrijfsmodus Kiezen

    n) Bedrijfsmodus kiezen In plaats van de normale modus (fabrieksinstelling) kan de zogenaamde bypass-modus worden gebruikt. In de bypass-modus blijft het wisselcontact geactiveerd door een speciale bypass- code in te voeren totdat de bypass-code opnieuw wordt ingevoerd. De programmering van de bypass-code wordt beschreven in het volgende hoofdstuk 8.
  • Pagina 26: Bypass-Code Opslaan/Wijzigen

    o) Bypass-code opslaan/wijzigen In de bypass-modus (zie hoofdstuk 8. n) blijft het wisselcontact geactiveerd door een speciale bypass-code in te voeren totdat de bypass-code opnieuw wordt ingevoerd. De bypass-modus kan bijvoorbeeld worden gebruikt als een deur langere tijd open moet blijven staan, bijvoorbeeld voor vakmensen of leveranciers.
  • Pagina 27: Functie Voor Aux-Uitgang Selecteren

    p) Functie voor AUX-uitgang selecteren Het codeslot heeft een extra AUX-uitgang (NO-contact = normaal open contact). Dit kan voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Afhankelijk van de geselecteerde functie kan verdere programmering nodig zijn, wat in de volgende paragrafen wordt beschreven. Ga als volgt te werk: • Start de programmeermodus zoals beschreven in hoofdstuk 8.
  • Pagina 28 = De AUX-uitgang wordt voor een bepaalde tijd geactiveerd als de deur wordt geopend zonder vooraf een geldige transponder-/gebruikerscode te gebruiken (bijvoorbeeld bij inbraak of als de deur met geweld wordt geopend). Programmeer vervolgens de schakelduur voor de AUX-uitgang (zie hoofdstuk 8. q). Deze mag geen “000”...
  • Pagina 29 q) Schakelduur voor AUX-uitgang instellen Met deze programmering kunt u bepalen hoe lang het schakelcontact van de AUX-uitgang wordt geactiveerd (fabrieksinstelling is 000 = toggle-modus); een tijd van 001...999 seconden kan worden ingesteld. Het programmeren van de schakelduur is absoluut noodzakelijk als u, zoals beschre- ven in hoofdstuk 8.
  • Pagina 30 r) AUX-code en AUX-transponder opslaan/wijzigen Als u in hoofdstuk 8. p) de AUX-functie hebt geselecteerd, moet natuurlijk de bijbehorende AUX-code worden geprogrammeerd. U kunt ook een speciale AUX-transponder inleren, die later zal worden gebruikt om de AUX-uitgang te schakelen. Belangrijk! Alle codes (mastercode, gebruikerscodes, standaard toegangscode, bypass-code, AUX-code) moeten dezelfde lengte hebben.
  • Pagina 31: Transponder Als Mastertransponder Opslaan

    s) Transponder als mastertransponder opslaan U kunt een transponder als mastertransponder inleren. In plaats van de mastercode tweemaal via het toetsenbord in te voeren, houdt u de mastertransponder op korte afstand voor de RFID- sensor om de programmeermodus te starten. Gebruik altijd een nieuwe transponder die nog niet als gebruikerstransponder is opge- slagen.
  • Pagina 32: Alle Instellingen Terugzetten Naar De Fabrieksinstellingen

    t) Alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen Als u de mastercode bent vergeten of het codeslot opnieuw wilt programmeren, kunt u het codeslot terugzetten naar de fabrieksinstellingen. De opgeslagen gebruikerstransponders en de bijbehorende gebruikerscodes worden niet gewist. Belangrijk! Alle codes (mastercode, gebruikerscodes, standaard toegangscode, bypass-code, AUX-code) moeten dezelfde lengte hebben.
  • Pagina 33 Fabrieksinstellingen: Functie Zie hoofdstuk Fabrieksinstelling Mastercode 8. b) 1234 Toegangsmodus 8. c) Standaard toegangscode 8. d) 3333 Activeringsduur voor wisselcontact 8. k) 5 seconden Beveiliging tegen onjuiste invoer 8. l) uitgeschakeld Beveiligingsfunctie 8. m) 20 verkeerde cijfers Gebruiksmodus 8. n) Normal Bypass code 8.
  • Pagina 34: Gebruik

    9. Gebruik a) Eerste ingebruikname Nadat u het codeslot hebt aangesloten en gemonteerd, moet de voedingsspanning worden in- geschakeld. Na het inschakelen van de voedingsspanning brandt de LED kort geel, dan blijvend blauw en klinken er 2 geluidssignalen. Het codeslot is nu klaar voor gebruik en kan worden geprogrammeerd. Als de LED afwisselend groen/blauw knippert, is het deurcontact (bruine kabel, “Reed”) onderbroken.
  • Pagina 35: Toegang Door Middel Van Een Geldige Transponder/Code

    • Afhankelijk van de geselecteerde toegangsmodus moeten ofwel de gebruikerscodes voor elke gebruikerstransponder afzonderlijk worden geprogrammeerd (zie hoofdstuk 8. f) of de standaard toegangscode (zie hoofdstuk 8. d). • Programmeer de activeringsduur voor het wisselcontact (zie hoofdstuk 8. k), waarmee bij- voorbeeld een deurslot wordt geschakeld.
  • Pagina 36: Opheffen Van Storingen

    10. Opheffen van storingen Na een stroomuitval is het codeslot met de bestaande programmeringen weer klaar voor ge- bruik. Het codeslot werkt echter niet tijdens een stroomstoring. Afhankelijk van het bedoelde gebruik, raden wij aan om de codevergrendeling om veiligheidsredenen uit te voeren op een ononderbroken stroomvoorziening (zoals bij een alarmsysteem).
  • Pagina 37 De transponder wordt niet herkend • Houd altijd alleen één transponder voor de RFID-sensor (zie hoofdstuk 6, pos. 8). • De afstand tussen de transponder en het codeslot mag niet meer dan 2 cm bedragen. • Er kunnen alleen EM-transponders met een frequentie van 125 kHz worden gebruikt. • Metalen objecten kunnen de functie van een transponder beïnvloeden (bijvoorbeeld als de transponder in een portemonnee met munten zit).
  • Pagina 38 De AUX-uitgang schakelt niet • Wanneer u als functie voor de AUX-uitgang zoals beschreven in hoofdstuk 8. p) een van de functies ..hebt geselecteerd, dan moet ook een schakelduur worden geprogram- meerd (zie hoofdstuk 8. q). Bij de AUX-functie is een toggle-modus ook mogelijk.
  • Pagina 39: Reiniging En Onderhoud

    11. Reiniging en onderhoud • Het product is onderhoudsvrij. Voor af en toe schoonmaken moet een droge, pluisvrije doek worden gebruikt. Voor zwaardere vervuiling bevochtigt u de doek licht met water. • Gebruik in geen geval agressieve reinigingsmiddelen, ontsmettingsalcohol of andere chemi- sche oplossingen;...
  • Pagina 40: Technische Gegevens

    14. Technische gegevens Bedrijfsspanning ......12 - 24 V/DC Stroomopname ....... Stand-by < 80 mA; max. 170 mA Zendfrequentiebereik ...... 125,37 - 126 kHz Zendvermogen ....... 1 mW Leesafstand ........max. ong. 2cm Behoud van gegevens bij stroomstoring ......ja Geschikte transponder ....
  • Pagina 44 Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

2388645

Inhoudsopgave