10. Ingebruikname
• Schakel na voltooiing van de montage (zie hoofdstuk 7) de voedingsspanning in.
• De verlichting van de toetsen wordt geactiveerd. De LED boven in het midden (B) op het
codeslot knippert oranje (ong. 1x per seconde). In het knipper-ritme van de LED klinkt ook
een signaaltoon.
• U kunt nu beginnen met het programmeren, zie hoofdstuk 14.
Voor het activeren van de programmeermodus is altijd de mastercode benodigd. In
de basisinstelling is de mastercode "0000"; dit moet altijd worden gewijzigd voor een
normale werking van het codeslot.
Belangrijk!
Als u de door u geprogrammeerde mastercode bent vergeten, ga dan te werk zoals in
hoofdstuk 13) is beschreven.
Opgelet!
De mastercode, gebruikerscodes, superuser-code en bezoekerscodes mogen uit 4 tot
8 cijfers bestaan, waarbij ook een gemengde lengte mogelijk is.
Als u echter de automatische toegangsmodus inschakelt (zie hoofdstuk 14. m),
moeten alle codes dezelfde lengte hebben (bijv. mastercode + superuser-code +
gebruikerscodes met 5 cijfers). De reden hiervoor is dat de code-invoer niet met de
toets
geactiveerd.
Alle gegevens en programmeringen blijven ook bij stroomuitval behouden; alleen de
bezoekerscodes worden om veiligheidsredenen automatisch gewist.
De deuropenerknop (aangesloten tussen schroefklem 8 "EG IN" en GND) is om
veiligheidsredenen volledig onafhankelijk van enige programmering en activeert de
uitgang voor de deuropener wanneer deze wordt ingedrukt.
16
hoeft te worden bevestigd wanneer de automatische toegangsmodus is