• Transponderkaart/gebruikerscode:
Afhankelijk van de bedrijfsmodus leest u de benodigde transponderkaart uit en/of de voert
u de benodigde 4 - 8-cijferige code in (gebruikerscode, secundaire gebruikerscode of
algemene gebruikerscode).
Belangrijk!
Als u de automatische toegangsmodus inschakelt (zie hoofdstuk 14. m), moeten alle
codes dezelfde lengte hebben (bijv. mastercode + superuser-code + gebruikerscodes
met 5 cijfers).
• Bevestiging:
Bevestig de invoer met de toets
Het codeslot geeft twee pieptonen en de middelste LED knippert 2x kort oranje. De
programmering is opgeslagen.
• U kunt nu een andere gebruiker aanmaken; begin opnieuw door de programmeercode 10
in te voeren.
• Bent u klaar met het programmeren van alle gebruikers, verlaat dan de programmeermodus
met de toetsen
Programmeervoorbeeld: Bedrijfsmodus1 - alleen transponderkaart
Programmering:
(a)
(b)
(a) Programmeercode 10 voor uitgang #1
(b) Selectie van de gewenste bedrijfsmodus - alleen transponderkaart - 1
(c) Gebruikers-ID "000" (voor uitgang #1 is mogelijk: 000 - 999)
(d) Transponderkaart inlezen; het inlezen wordt bevestigd met een korte signaaltoon
(e) Programmering opslaan (codeslot geeft twee pieptonen en middelste LED knippert 2x kort
oranje)
Functie in standaardmodus:
Kaart inlezen
(a)
(a) Inlezen van de transponderkaart (codeslot geeft een lange pieptoon en uitgang #1 voor de
deuropener wordt geactiveerd)
.
(2x op de stertoets drukken), zie hoofdstuk 14. b).
Kaart inlezen
(c)
(d)
(e)
29