1 Inhoudsopgave Pagina Inleiding ................................4 Bedoeld gebruik ..............................4 Leveringsomvang ..............................5 Montage, aansluiting, inbedrijfstelling, programmering en bediening ..............5 Verklaring van symbolen ............................5 Veiligheidsinstructies ............................6 Bedieningsorganen en aansluitingen ........................7 Montage en aansluiting ............................8 Montage ...............................8 Aansluiting op de conventionele spanning/voeding ................9 Aansluiting op alarminstallatie ......................9 Wiegand-Interface ..........................10 9.4.1 Het toegangssysteem werkt als extern leesapparaat ................10...
Pagina 3
Pagina 11.11 De gebruikerstransponder inlezen .....................22 11.11.1 Sla de gebruikerstransponder automatisch op in het eerstvolgende vrije geheugen......22 11.11.2 De gebruikerstransponder aan een specifiek geheugen toewijzen ............23 11.11.3 Meerdere gebruikerstransponders met opeenvolgend transpondernummers inlezen .......23 11.11.4 Inlezen van gebruikerstransponders via de verzamelmodus .............24 11.12 Gebruikerstransponder verwijderen ....................25 11.12.1 Het verwijderen van een gebruikerstransponder door middel van een transponder ......25...
2 Inleiding Hartelijk dank voor de aankoop van dit product. Het product voldoet aan alle wettelijke, nationale en Europese normen. Om dit zo te houden en een veilig gebruik te garanderen, dient u als gebruiker de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing op te volgen. Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product.
4 Leveringsomvang Toegangssysteem Montagemateriaal (2x speciale schroeven met bijpassende L-sleutel, 4x sticker voor schroefkoppen, inbouwframe met 4x schroeven en 4x pluggen) Diode 1N4004 (voor relaisschakelcontact) Beknopte handleiding 5 Montage, aansluiting, inbedrijfstelling, programmering en bediening De uitgebreide belangrijkste instructies voor dit product en een overzichtsblad voor de program- mering kunnen worden gedownload van onze website (voer het bestelnummer in om toegang te krijgen tot de productgegevenspagina).
7 Veiligheidsinstructies In geval van schade die ontstaat door het niet naleven van deze gebruiksaanwijzing komt de waarborg/ garantie te vervallen! Wij zijn niet aansprakelijk voor gevolgschade! Wij zijn niet aansprakelijk voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door verkeerd gebruik of het niet opvolgen van de veiligheidsinstructies! In dergelijke gevallen komt de garantie te vervallen.
8 Bedieningsorganen en aansluitingen 1. Gat voor wandmontage 2. Indicatie-LED 3. Toetsenbord met RFID-sensor 4. Vingerafdrukkensensor met LED-ring Aansluitkabel: Kleur Opdruk Functie Rood 12-18 DC Bedrijfsspanning 12 - 18 V/DC Zwart GND/massa Blauw NO-contact (normaal open contact) van het relais Bruin COM-contact (middelste contact) van het relais Grijs...
9 Montage en aansluiting Geen enkele aansluitkabel mag geknikt of ingeklemd worden. Storingen, kortsluiting evenals een defect apparaat kunnen het gevolg zijn. Zorg er bij het boren en vastschroeven voor dat u geen kabels of leidin- gen beschadigt. Installatie en aansluiting is alleen toegestaan in spanningsloze toestand. Montage Monteer de montageplaat met de daaraan be- vestigde module aan de wand (zie afbeelding...
Aansluiting op de conventionele spanning/voeding Indien als voeding een conventionele netstroomadapter moet worden gebruikt, dan dient u de volgende illustraties van het aansluitschema te raadplegen. A) "Fail-Secure"-deuropener: Hierdoor wordt de vergrendeling alleen ontgrendeld als de bedrijfsspanning wordt ge- bruikt (gebruikelijk ontwerp voor huisdeuren). B) "Fail-Safe"-deuropener: deze geeft de vergrendeling alleen vrij als er geen spanning op staat (weinig voorkomend ontwerp, bijvoorbeeld gebruikt voor vluchtwegdeuren, omdat de deur dan bij stroomuitval kan worden geopend).
Wiegand-Interface De Wiegand-interface van het toegangssysteem kan op twee verschillende manieren worden gebruikt. Zie voor het programmeren hoofdstuk 11.6. 9.4.1 Het toegangssysteem werkt als extern leesapparaat Het toegangssysteem kan worden aangesloten op een ge- schikte Wiegand-controller die daar als externe kaartlezer fungeert.
10 Ingebruikname Schakel de bedrijfsspanning in na montage en aansluiting. Het toegangssysteem geeft een kort geluidssignaal en de toetsenverlichting wordt geactiveerd. De LED brandt rood - dit geeft aan dat het toegangssysteem in stand-bymodus staat. Het toegangssysteem schakelt de toetsenverlichting na 20 seconden automatisch uit als er geen contact met het sensorveld wordt gedetecteerd.
11.1 Algemeen Denk eraan: Het toegangssysteem schakelt de toetsenverlichting automatisch uit wanneer gedurende 20 seconden geen con- tact met het sensorveld wordt gedetecteerd. De eerste aanraking van het sensorveld activeert alleen de verlich- ting; er wordt geen geluidssignaal uitgezonden en de eerste toetsaanslag wordt niet beschouwd als een invoer. Telkens wanneer een geldige toets wordt ingedrukt, geeft het Toegangssysteem een kort geluidssignaal ter be- vestiging.
11.2.2 Resetten van het toegangssysteem zonder inlezen van een mastertransponder (of een bestaande mastertransponder verwijderen) Met de hieronder beschreven procedure kan het toegangssysteem zonder mastertransponder worden bediend. Het kan ook worden gebruikt om een bestaande mastertransponder te verwijderen, bijvoorbeeld als deze verloren is gegaan. Koppel het toegangssysteem los van de spanning-/stroombron en wacht tot de LED uit is.
11.3 Programmeermodus starten/beëindigen Voer de 6-cijferige mastercode als volgt in (fabrieksinstelling = 123456) om de programmeermodus te starten: Vervolgens knippert de LED rood (programmeermodus is actief). U kunt nu bijvoorbeeld gebruiker-PINs/-trans- ponders inlezen/verwijderen of diverse instellingen uitvoeren. Om de programmeermodus (rode LED knippert) te beëindigen, drukt u op de toets .
11.5 Mastervingerafdruk inlezen/verwijderen Op het toegangssysteem kan een enkele mastervingerafdruk worden ingelezen. Zo kunnen gebruikers snel PINs, transponders of vingerafdrukken inlezen of verwijderen. Voor de mastervingerafdruk is het geheugennummer 99 gereserveerd. 11.5.1 Mastervingerafdruk inlezen Start de programmeermodus op zoals beschreven in hoofdstuk 11.3 wordt beschreven zodat de LED rood gaat knipperen.
11.6 Bedrijfsmodus voor Wiegand-interface instellen Zoals reeds beschreven in hoofdstuk 9.4 kan het toegangssysteem ofwel functioneren als een extern leesapparaat (hoofdstuk 9.4.1) voor een Wiegand-controller - of het kan zelf functioneren als een Wiegand-controller voor een extern leesapparaat (hoofdstuk 9.4.2). De gewenste bedrijfsmodus kan worden ingesteld op het toegangssysteem. Start de programmeermodus op zoals beschreven in hoofdstuk 11.3 wordt beschreven zodat de LED rood gaat knipperen.
11.7 Toegangsmodus selecteren Het toegangssysteem biedt verschillende mogelijkheden om het wisselcontact te activeren: Alleen met vingerafdruk Alleen met transponder Alleen met PIN Met transponder en PIN Met PIN of transponder of vingerafdruk (fabrieksinstelling) Alleen met 2 - 9 transponders (hier wordt bijvoorbeeld alleen toegang verleend als meerdere personen aanwezig zijn en de toegangspoging vlak na elkaar uitvoeren (max.
11.8 De gebruiker-PIN opslaan In het toegangssysteem zijn 890 geheugenplaatsen beschikbaar waarin gebruikers-PINs (en/of gebruiker-transpon- ders) kunnen worden opgeslagen. Hiervoor zijn de geheugennummers 100 - 989 bestemd. De opslagprocedure kan zowel met het bedieningspaneel als met behulp van de mastertransponder of de master- vingerafdruk worden uitgevoerd.
11.8.2 De gebruiker-PIN aan een specifiek geheugen toewijzen Dit proces duurt langer, maar later kan een specifieke gebruiker-PIN worden gewist (via het geheugen- nummer), zelfs als deze is vergeten (mits u een tabel met de toegangsgegevens hebt gemaakt, zoals aanbevolen aan het begin van het hoofdstuk). Start de programmeermodus op zoals beschreven in hoofdstuk 11.3 wordt beschreven zodat de LED rood gaat knipperen.
11.9 Gebruiker-PIN verwijderen Wanneer een gebruiker geen toegang meer mag hebben met zijn of haar gebruiker-PIN, dan kan de bijbehorende gebruiker-PIN worden gewist. Bij het verwijderen van de gebruiker-PIN kunt u op twee verschillende manieren te werk gaan: Gebruiker-PIN verwijderen verwijderen van het geheugen waarin de gebruiker-PIN is opgeslagen (indien bekend, zie opmerking aan het begin van hoofdstuk 11.8) 11.9.1...
11.10 Gebruiker-PIN wijzigen Om de gebruiker-PIN te wijzigen hoeft de programmeermodus niet te worden opgeroepen. Dit heeft tot doel dat een gebruiker haar/zijn eigen gebruiker-PIN zelf kan veranderen zonder de mastercode te kennen. Dit biedt nog meer veiligheid, omdat de nieuwe PIN daarna alleen bekend is bij de gebruiker zelf. Er zijn 2 verschillende procedures voor het wijzigen van de gebruiker-PIN: Gebruiker-PIN wijzigen via de gebruikerstransponder;...
11.11 De gebruikerstransponder inlezen In het toegangssysteem zijn 890 geheugenplaatsen beschikbaar waarin gebruikerstransponders (en/of gebruiker- PINs) kunnen worden opgeslagen. Hiervoor zijn de geheugennummers 100 - 989 bestemd. De opslagprocedure kan zowel met het bedieningspaneel als met behulp van de mastertransponder of de master- vingerafdruk worden uitgevoerd.
11.11.2 De gebruikerstransponder aan een specifiek geheugen toewijzen Dit inleesprocedure duurt weliswaar langer, maar een specifieke gebruikerstransponder kan later worden verwijderd (via het geheugennummer) als deze verloren raakt of defect is. Start de programmeermodus op zoals beschreven in hoofdstuk 11.3 wordt beschreven zodat de LED rood gaat knipperen.
Voer het aantal transponders in dat u per batchbewerking wilt opslaan en bevestig dit met de toets Voorbeeld: = Er moeten 100 transponders met opeenvolgende nummers worden opgeslagen Controleer of er vanaf het ingevoerde geheugennummer nog evenveel geheugens beschikbaar zijn als het aantal transponders.
11.12 Gebruikerstransponder verwijderen Wanneer een gebruiker geen toegang meer nodig heeft, kan de bijbehorende gebruikerstransponder worden gewist. Bij het verwijderen van een gebruikerstransponder kunt u op twee verschillende manieren te werk gaan: Het verwijderen van de gebruikerstransponder via het inleesproces van de transponder verwijderen van de gebruikerstransponder via het transpondernummer (indien bekend, zie opmerking aan het begin van hoofdstuk 11.8).
11.12.3 Het verwijderen van een gebruikerstransponder door middel van een geheugennummer Start de programmeermodus op zoals beschreven in hoofdstuk 11.3 wordt beschreven zodat de LED rood gaat knipperen. Voer de programmeercode in om de verwijdermodus te starten. De LED brandt dan geel. Als alternatief voor deze stappen kunt u ook de mastertransponder 2x voor het leesvlak houden - of met de mastervingerafdruk 2x de vingerafdruksensor aanraken (telkens binnen 5 seconden).
11.13 Gebruikersvingerafdruk invoeren Het toegangssysteem kan maximaal 99 verschillende gebruikersvingerafdrukken opslaan. Hiervoor zijn de geheu- gennummers 0 - 98 bestemd. De inleesprocedure kan zowel met het toetsenpaneel als met behulp van de mastertransponder of de mastervinger- afdruk worden uitgevoerd. Wij raden u aan een tabel aan te maken en alle toegangsgegevens nauwkeurig te noteren (gebruikers- naam, geheugennummer, gebruikerscode, transpondernummer, enz.).
11.13.2 Gebruikersvingerafdruk toewijzen aan een bepaalde geheugenplaats Dit inleesproces duurt weliswaar langer, maar een specifieke gebruikersvingerafdruk kan later worden verwijderd (via het geheugennummer) als de persoon voor het verwijderingsproces niet meer ter beschik- king staat. Start de programmeermodus op zoals beschreven in hoofdstuk 11.3 wordt beschreven zodat de LED rood gaat knipperen.
11.14 Gebruikersvingerafdruk verwijderen Wanneer een gebruiker geen toegang meer nodig heeft, kan de bijbehorende gebruikersvingerafdruk worden gewist. Bij het verwijderen van de gebruikersvingerafdrukken kunt u op twee verschillende manieren te werk gaan: Het verwijderen van de gebruikersvingerafdruk via het inleesproces van de vingerafdruk Verwijderen van het geheugen waarin de gebruikersvingerafdruk is opgeslagen (indien bekend, zie opmerking aan het begin van hoofdstuk 11.8) 11.14.1 Het verwijderen van een gebruikersvingerafdruk door middel van een vingerafdruk...
11.15 Totale geheugen verwijderen Alle 1000 geheugenplaatsen worden gewist (890 gebruikers-PINs/-transponders, 10 bezoekerstranspon- ders, 99 gebruikersvingerafdrukken en de mastervingerafdruk). De mastertransponder en de uitgevoerde programmering (bijv. de activeringsduur voor het wisselcontact) blijven behouden. Start de programmeermodus op zoals beschreven in hoofdstuk 11.3 wordt beschreven zodat de LED rood gaat knipperen.
11.17 De bescherming tegen onjuiste invoer selecteren of uitschakelen Hiermee kan worden geprogrammeerd of het toegangssysteem op 10 of meer verkeerde invoer al dan niet moet reageren met een blokkering (fabrieksinstelling: gedeactiveerd). Start de programmeermodus op zoals beschreven in hoofdstuk 11.3 wordt beschreven zodat de LED rood gaat knipperen.
11.19 Toegang voor bezoeker In het toegangssysteem kunnen tot 10 verschillende bezoekerstransponders of bezoeker-PINs worden opgeslagen. Hiervoor zijn de geheugennummers 990 - 999 bestemd. Voor elk van de bezoekerstransponders/bezoeker-PINs kan worden geprogrammeerd na hoeveel toegangspogingen (instelbaar van 1 tot 10 pogingen) de transponders/PINs ongeldig worden. U kunt bijvoorbeeld een bezoekerstrans- ponder zo programmeren dat deze slechts één keer toegang verleent.
11.19.2 De bezoeker-PIN opslaan Start de programmeermodus op zoals beschreven in hoofdstuk 11.3 wordt beschreven zodat de LED rood gaat knipperen. Voer de programmeercode in om het inlezen te starten. De LED brandt dan geel. Als alternatief voor deze stappen kunt u ook de mastertransponder 1x voor het leesvlak houden - of met de mastervingerafdruk 1x de vingerafdruksensor aanraken.
11.20 In-/uitschakelen van LED- en geluidssignalen Het toegangssysteem geeft functie- en foutmeldingen d.m.v. de LED en d.m.v. geluidssignalen. Deze kunnen aan of uit worden gezet (standaardinstelling: LED- en geluidssignalen ingeschakeld). Start de programmeermodus op zoals beschreven in hoofdstuk 11.3 wordt beschreven zodat de LED rood gaat knipperen.
11.21 Gegevensoverdracht tussen twee toegangssystemen Als u twee identieke toegangssystemen gebruikt, dan kunt u de transponder- en PIN-gegevens van het ene apparaat overbrengen naar het andere. Denk eraan: Overdracht van vingerafdrukgegevens is niet mogelijk. De mastercodes van beide toegangssystemen moet hetzelfde zijn. Ga als volgt te werk: Verbindt de twee identieke toegangssystemen als volgt: +12...18 V/DC...
11.22 Wiegand invoer-dataindeling instellen Deze instelling is nodig als u een extern leesapparaat wilt bedienen via de Wiegand-aansluiting van het toegangs- systeem (het toegangssysteem werkt in dit geval als master of Wiegand-controller, zie hoofdstuk 9.4.2). Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de externe lezer om na te gaan welke dataindeling deze uitvoert. Pas dan de instellingen op het toegangssysteem dienovereenkomstig aan.
11.23 Wiegand-uitvoersdataindeling instellen Deze instelling is nodig als u het toegangssysteem als leesapparaat op een Wiegand-controller wilt gebruiken (zie hoofdstuk 9.4.1). De bitsnelheid kan worden ingesteld en de pariteitsbit kan worden in- of uitgeschakeld. Raadpleeg de gebruiksaan- wijzing van de Wiegand-controller om na te gaan welke dataindeling deze nodig heeft. Stel vervolgens dezelfde bitsnelheid in op het toegangssysteem en schakel de pariteitsbit dienovereenkomstig in/uit.
12 Bediening 12.1 Eerste ingebruikname Nadat u het toegangssysteem hebt aangesloten en geïnstalleerd, moet de bedrijfsspanning worden ingeschakeld. Na het inschakelen van de bedrijfsspanning geeft het toegangssysteem een geluidssignaal en brandt de LED permanent rood (stand-by). Het toegangssysteem is nu gebruiksklaar en kan worden geprogrammeerd. We raden u aan om de volgende stappen uit te voeren: Maak een tabel waarin u alle instellingen en gebruikersnamen, PIN-nummers en transpondernummers opslaat die met het toegangssysteem toegang moeten krijgen.
12.4 Voorkomen dat de PIN wordt mee-gelezen Als speciale functie kunt u bij het invoeren van de PIN extra cijfers voor of na de eigenlijke PIN invoeren. Er kunnen maximaal 10 cijfers worden ingevoerd - in deze 10 cijfers kunt u de eigenlijke PIN "verbergen". Denk eraan: Dit kan alleen als u PINs van 6 cijfers gebruikt.
13 Opheffen van storingen Na een stroomonderbreking is het toegangssysteem weer bedrijfsklaar met de bestaande programmering. Tijdens een stroomstoring is het toegangssysteem echter niet operationeel. Afhankelijk van het beoogde gebruik raden wij aan het toegangssysteem om veiligheidsredenen (zoals bij een alarmsysteem) op een ononderbroken stroomvoorziening te laten werken. De deuropener schakelt niet Het wisselcontact is potentiaalvrij.
Pagina 41
Het inlezen van gebruikersvingerafdrukken werkt niet of niet juist Gebruik bij wij van test een andere vinger. De vingerafdruksensor moet voldoende papillaire ribbels (verhogingen) herkennen om de vingerafdruk geldig te laten zijn. Leg de vinger in het midden en volLEDig op het oppervlak. Het herkende gedeelte van het huidoppervlak moet een minimale grootte hebben om geldig te zijn.
14 Conformiteitsverklaring (DOC) Bij deze verklaart Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Straße 1, D-92240 Hirschau, dat dit product voldoet aan de richtlijn 2014/53/EG. De volledige tekst van de EG-conformiteitsverklaring staat als download via het volgende internetadres ter beschik- king: www.conrad.com/downloads Selecteer een taal door op het vlagsymbool te klikken en vul het bestelnummer van uw product in het zoekveld in; vervolgens kunt u de EG-conformiteitsverklaring als PDF-bestand downloaden.
17 Technische gegevens Bedrijfsspanning .......... 12 - 18 V/DC Stroomverbruik ..........Standby <= 60 mA, aktiv <= 150 mA Frequentieband ........... 124,57 - 125,42 kHz Zendvermogen ..........19,06 dBm Leesafstand ..........max. ong. 2cm Behoud van gegevens bij stroomstoring ..ja Geschikte transponder ........
Pagina 44
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Copyright 2022 by Conrad Electronic SE.