2.1.2. functiesymbolen
de functie symbolen geven aan dat of een functie is geactiveerd (bijv. alarm) of dat iets
moet gebeuren (batterijsymbool). de functiesymbolen zijn:
Alarm
Actief, wanneer tenminste één alarm is ingeschakeld.
Weeralarm/hoogtealarm/Hralarm
Actief, wanneer weeralarm, hoogtealarm, asc/dscalarm of Hr limietalarm is
ingeschakeld.
logboek
Actief, wanneer het logboek data vastlegt.
Chrono
Actief, wanneer de chronometer aan staat en data naar een file schrijft.
gebruik alti/baro
geeft aan of de luchtdruksensor wordt gebruikt als barometer en de hoogtemeting is
geblokkeerd.
Is actief als u selecteert dat de luchtdruk als weerinformatie moet worden weergegeven.
In dat geval is in de modus Hiking, Chrono of Compass de hoogtemeting geblokkeerd.
Zie hoofdstuk 3.3. voor meer informatie.
batterij
Actief, wanneer er nog maar 5–5 procent van de capaciteit over is en de batterij moet
worden vervangen.
Vergrendeltoets
Actief wanneer de vergrendeltoets is geactiveerd.
4