nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
5.6
Werkingsmodi
Volgens de grafiek in paragraaf 3.2 op pag. 9 hebben de verschillende pompmodellen
verschillende geïntegreerde functies en dus verschillende werkingsmodi.
5.6.1
Modellen met vaste snelheid
Deze pompen zijn niet uitgerust met een potentiometerknop; zij draaien op constante snelheid
als zij ingeschakeld worden, totdat de vermogensgrens wordt bereikt, dan kan de snelheid
worden verlaagd.
Timergeregelde versie beschikbaar, stand-by en ontluchtingsfuncties niet beschikbaar.
5.6.2
Modellen met variabele snelheid
Deze pompen zijn uitgerust met een potentiometerknop, waarmee de snelheid traploos
ingesteld kan worden tussen een vooraf in de fabriek ingestelde minimale en maximale waarde.
Zie voor referentie de hydraulische curven met de specifieke snelheden op basis van de
schaalverdeling van 1 - 7 op pag. 31.
Timergeregelde versie beschikbaar, stand-by en ontluchtingsfuncties standaard, behalve
sommige speciale OEM versies.
Afbeelding 11
5.6.3
Modellen met vaste snelheid en temperatuurregeling met vaste waarde
Deze pompen zijn niet uitgerust met een potentiometerknop; zij draaien op constante snelheid
als zij ingeschakeld worden, totdat de vooraf in de fabriek ingestelde temperatuurgrens wordt
bereikt; dit is standaard rond de 36 °C (97 °F), waarna de pomp stopt en overschakelt naar de
stand-by modus. Wanneer de vloeistof afkoelt tot ongeveer 33 °C (91 °F), start de pomp weer.
Timergeregelde versie beschikbaar, stand-by en ontluchtingsfuncties niet beschikbaar.
5.6.4
Modellen met vaste snelheid en temperatuurregeling met variabele waarde
Er zijn twee versies:
• Instelbare uitschakeltemperatuur (zie afbeelding 12 linker zijaanzicht). De gewenste
• Instelbare herstarttemperatuur (zie afbeelding 12 rechter zijaanzicht). De vooraf in de fabriek
Timergeregelde versie beschikbaar, stand-by en ontluchtingsfuncties standaard, behalve
sommige speciale OEM versies.
Afbeelding 12
24
uitschakeltemperatuur kan met de keuzeknop tussen 20-70 °C (68-158 °F) ingesteld worden.
De pomp stopt wanneer deze de ingestelde temperatuur bereikt (schakelt naar de stand-by
modus). Wanneer de vloeistof 3 °C (5,4 °F) afkoelt onder de uitschakeltemperatuur, start de
pomp weer.
ingestelde temperatuurgrens is standaard rond de 36 °C (97 °F); als deze waarde wordt
bereikt stopt de pomp en schakelt over naar de stand-by modus. De gewenste
herstarttemperatuur kan met de keuzeknop tussen 33-25 °C (91-77 °F) ingesteld worden.
Wanneer de vloeistof afkoelt tot de ingestelde temperatuur, start de pomp weer.
ecocirc PRO – Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud