Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toro Greensmaster 3250-D Gebruikershandleiding pagina 7

Tractie-eenheid met tweewielaandrijving
Verberg thumbnails Zie ook voor Greensmaster 3250-D:
Inhoudsopgave

Advertenties

• Voordat u de motor start, moet u plaats nemen op
de bestuurdersstoel de liftpedaal intrappen en deze
laten opkomen om te controleren of de maaidekken
zijn uitgeschakeld. Controleer of het tractiesysteem
in de neutraalstand staat en de parkeerrem in werking
is gesteld.
• Let goed op als u de machine gebruikt. Om te
voorkomen dat u de controle over de machine
verliest, moet u de volgende instructies naleven:
– Rij niet te dicht langs bunkers, greppels, sloten of
andere gevaarlijke punten.
– Verminder de snelheid als u een scherpe bocht
maakt. Vermijd plotseling stoppen en starten.
– Let op het verkeer als u in de buurt van een weg
werkt of deze oversteekt. Verleen altijd voorrang.
– Gebruik de serviceremmen als u een helling
afdaalt, om de snelheid laag te houden en de
machine onder controle te houden.
• Ten behoeve van een maximale veiligheid moeten de
grasmanden zijn gemonteerd als de messenkooien
en de verticuteereenheden in werking zijn. Zet de
motor af voordat u de manden leegmaakt.
• De maaidekken moeten omhoog worden gebracht
als u van het ene werkgebied naar het andere rijdt.
• Raak de motor, de geluiddemper of de uitlaatpijp niet
aan als de motor loopt of direct nadat u deze heeft
afgezet. Deze kunnen heet zijn en brandwonden
veroorzaken.
• Voordat u de stoel verlaat, moet u de schakelhendel
in de neutraalstand (N) zetten, de maaidekken omlaag
brengen en wachten totdat de messenkooien niet
meer ronddraaien. Stel de parkeerrem in werking.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
• Rij voorzichtig op een helling. U mag daarom nooit
plotseling starten of stoppen bij het op- en afrijden
van een helling.
• De bestuurder moet bedreven en getraind zijn in
het rijden op hellingen. Onvoorzichtig rijden op
heuvels of hellingen kan tot gevolg hebben dat u de
controle over de machine verliest en het voertuig
kantelt of omrolt. Dit kan lichamelijk of dodelijk
letsel veroorzaken.
• Als de motor afslaat of de machine vaart verliest en
de top van een helling niet haalt, mag u de machine
nooit keren. U moet dan altijd langzaam in een
rechte lijn achterwaarts de helling af rijden.
• Als er onverwachts een persoon of huisdier in of
in de buurt van het maaigebied verschijnt, moet
u stoppen met maaien. Onvoorzichtig gebruik
in combinatie met de hoeken van het terrein,
afkaatsingen en verkeerd geplaatste schermen
kunnen leiden tot letsel als gevolg van uitgeworpen
voorwerpen. Ga pas verder met maaien als er niets
of niemand meer in het maaigebied is.
• Verwijder nooit de ROPS (kantelbeveiliging) en
gebruik altijd de veiligheidsgordel als u de machine
gebruikt.
• Voordat u de stoel verlaat, moet u de schakelhendel in
de neutraalstand (N) zetten, de maaidekken omhoog
brengen en wachten totdat de messenkooien niet
meer ronddraaien. Stel de parkeerrem in werking.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
• Als u de machine onbeheerd achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat de maaidekken volledig omhoog
zijn, de messenkooien niet meer ronddraaien,
het sleuteltje uit het contact is verwijderd en de
parkeerrem in werking is gesteld.
Onderhoud en opslag
• Zorg ervoor dat alle aansluitstukken van de
hydraulische leidingen vastzitten en alle hydraulische
slangen en leidingen in goede staat verkeren voordat
u druk zet op het hydraulische systeem.
• Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine
lekgaten of spuitmonden waaruit onder hoge druk
hydraulische vloeistof ontsnapt. U kunt lekken in
het hydraulische systeem opsporen met behulp van
karton of papier. Doe dit niet met uw handen.
Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan
voldoende kracht hebben om door de huid heen te
dringen, en letsel veroorzaken.
• Voordat u het hydraulische systeem loskoppelt of
werkzaamheden daaraan verricht, moet u alle druk
in het systeem opheffen. Dit doet u door de motor
af te zetten en de maaidekken en werktuigen neer te
laten op de grond.
• Controleer regelmatig of de brandstofleidingen goed
vastzitten en slijtage vertonen. Indien nodig moet u
ze vastzetten of repareren.
• Als de motor moet lopen om onderhouds- of
afstelwerkzaamheden uit te voeren, moet u uw
kleding, handen, voeten en andere lichaamsdelen
uit de buurt van de maaidekken, werktuigen en
bewegende delen, met name het rooster op de zijkant
van de motor, houden. Houd iedereen op afstand.
• Ten behoeve van de veiligheid en een nauwkeurige
afstelling moet u het maximale motortoerental
door een erkende Toro-dealer laten controleren
met een toerenteller. Het maximale afgeregelde
motortoerental moet 2760 tpm bedragen.
• U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil
controleert of het carter bijvult met olie.
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

04384

Inhoudsopgave