Figuur 39
1. Aftapplug
2. Verwijder het oliefilter. Smeer een dun laagje schone
olie op de pakking van het filter.
3. Draai het filter met de hand vast totdat de pakking
contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het
filter vervolgens nog eens een 1/2 tot 3/4 slag. Niet
te vast draaien.
4. Vul het carter bij met olie; zie Motoroliepeil
controleren.
5. U moet de gebruikte vloeistof en het filter op de
juiste wijze afvoeren.
2. Oliefilter
Onderhoud
brandstofsysteem
Brandstoffilter
Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren
Onderhoud van het filter
1. Sluit de brandstofafsluitklep (Figuur 40) onder de
brandstoftank.
1. Brandstofafsluitklep
2. Reinig de omgeving van de plaats waar de filterbus
wordt gemonteerd (Figuur 41).
3. Plaats een opvangbak onder het brandstoffilter.
4. Open de aftapplug van het filter en het
ontluchtingsventiel (Figuur 41).
1. Brandstoffilter
2. Filteraftapplug
5. Verwijder de filterbus en reinig de plaats waar deze
wordt gemonteerd.
40
Figuur 40
Figuur 41
3. Ontluchtingsventiel