De machine gebruiksklaar
maken
Om de machine uit te lijnen voor opeenvolgende
maaibanen, adviseren wij deze procedure voor de
manden van maaidekken 2 en 3 uit te voeren:
1. Zorg ervoor dat er ruimte van ongeveer 13 cm
vanaf de buitenrand van elke mand is.
2. Bevestig een strook witte tape of zet een streep op
elke mand, die evenwijdig loopt aan de buitenrand
van elke mand Figuur 31)
Figuur 31
1. Markeringsstrook
2. Ongeveer 12,7 cm
Oefenperiode
Voordat u met de machine gazons gaat maaien, is het
raadzaam dat u zich op een vrij terrein oefent in het
starten en stoppen, omhoog en omlaag brengen van de
maaidekken, draaien, enz. In deze oefenperiode kunt u
zich vertrouwd maken met de bediening en de werking
van de machine.
Vóór het maaien
Controleer of er vuil op het gazon ligt, verwijder de
vlag van de cup, en bepaal in welke richting u het
beste kunt maaien. Ga hierbij uit van de voorgaande
maairichting. Maai altijd in een andere maaipatroon dan
het vorige, zodat de grassprieten minder snel plat gaan
liggen en daardoor moeilijker tussen de messen van de
messenkooi en de snijplaat kunnen komen.
3. Maai het gras aan de
rechterkant
4. Blijf u richten op een
punt op 1,8-3 m vóór de
machine.
Wijze van maaien
1. Rijd naar de green met de schakelhendel in de
middelste stand. Begin aan een kant van de green
zodat u kunt maaien in banen. Dit beperkt de
compactie tot een minimum en zorgt voor een
verzorgd en aantrekkelijk maaipatroon op de greens.
2. Trap het maaipedaal in als de voorste rand van de
grasmanden over de buitenrand van de green komt.
Hiermee laat u de maaidekken neer op de grasmat
en start u de messenkooien.
Belangrijk: U moet eraan wennen dat maaidek
1 een vertraging heeft, en daarom moet u zich
oefenen de timing te verkrijgen die nodig is
om het maaien van overgebleven gras tot het
minimum te beperken.
3. Zorg ervoor dat een nieuwe maaibaan de vorige
maaibaan zo weinig mogelijk overlapt. Om ervoor
te zorgen dat het u gazon in een rechte lijn maait
en de machine op een gelijke afstand van de rand
van de vorige maaibaan blijft, moet u uitgaan van
een denkbeeldige zichtlijn, ongeveer 1,8 tot 3 m
vóór machine tot de rand van het ongemaaide deel
van de green Figuur 31 en Figuur 32). Sommige
bestuurders vinden het handig de buitenrand van
het stuurwiel deel te laten uitmaken van de zichtlijn;
d.w.z. de rand van het stuurwiel in een rechte lijn
te houden ten opzichte van een punt dat altijd op
dezelfde afstand van de voorkant van de machine
blijft (Figuur 31 en Figuur 32).
1. Markeringsstrook
2. Ongeveer 12,7 cm
33
Figuur 32
3. Maai het gras aan de
linkerkant.
4. Blijf u richten op een
punt op 1,8-3 m vóór de
machine.