BASISBEDIENING
Opmerkingen
● Juist na het kiezen van een programma loopt de programmanaam
van rechts naar links over het display, waarna een verkorte versie
van de naam oplicht.
● U kunt geen geluidsveldprogramma gebruiken wanneer
signalen worden ontvangen met een bemonsteringsfrequentie
van 96 kHz.
Instellen van de DSP-geluidsveldparameters
Het surroundeffect van elk programma of het Virtual 3D-effect
kan naar wens worden ingesteld met de toepassingssoftware.
Zie de online help van de toepassingssoftware voor details.
Opnemen
De op dit toestel gekozen ingangsbronnen (bijv. een
computer of CD-speler) kunnen worden opgenomen met
een op dit toestel aangesloten MD-recorder, cassettedeck,
enz. Ook kunnen ingangssignalen in uw computer worden
ingevoerd via de USB-aansluiting.
* Wanneer een bron wordt opgenomen met een
geluidsveldprogramma, worden de geluidsveldeffecten
samen met de bron opgenomen.
Opnemen op een extern opnameapparaat
PC
AUX1
AUX2
TUNER
VIRTUAL
5.I
CH
DIGITAL
USB PCM
D. DSP
PROLOGIC FM AM ST
VOL
DSP
P-SET
12
N-
POWER
PC
AUX1
1
1
AUX2
TUNER
MEMORY
PRESET
MANUAL
HALL
JAZZ
CHURCH
GAME
MOVIE
LIVE
/ D T S
TEST
ON/OFF
SURROUND
A
B
C
MUTE
VOLUME
Uitschakelen van het geluidsveldeffect
Druk op de DSP-toets op het voorpaneel of de ON/OFF-
toets op de afstandsbediening. "THROUGH" verschijnt op
het display.
DSP
Voorpaneel
Opmerking
Wanneer het geluidsveldeffect is uitgeschakeld, wordt normaal
stereogeluid weergegeven.
Schakel eerst het externe apparaat in dat u gaat
gebruiken en dan pas dit toestel.
1
Kies de bron die u wilt opnemen met de
ingangskeuzetoetsen.
PC
AUX1
AUX2
TUNER
Voorpaneel
2
Start de opname op het opnameapparaat (een MD-
recorder, cassettedeck, enz.).
3
Start de weergave van de ingangsbron.
Weergeven van het opnameresultaat op dit toestel
Kies de door het opnameapparaat verstuurde
ingangssignalen met de ingangskeuzetoetsen.
Opmerkingen
● Als ingangssignalen ontvangen via een andere digitale ingang
dan de USB-aansluiting worden uitgevoerd via de digitale
uitgang, is de bemonsteringsfrequentie van de
uitgangssignalen dezelfde als die van de ingangssignalen.
● De bemonsteringsfrequentie voor digitale signalen die
omgezet zijn van analoge signalen op dit toestel is 44,1 kHz
of 48 kHz.
● Wanneer digitale ingangssignalen worden uitgevoerd via de
digitale uitgang, is de trackinformatie (CD-text, automatische
vernieuwing van track bij opname op een MD, enz.) ongeldig
als een geluidsveldprogramma (inclusief grafische-
equalizereffect) wordt gebruikt.
● De aansluitingen REC OUT en OPT OUT op de achterkant
van dit toestel voeren dezelfde signaalbestanddelen uit als de
linkse en rechtse voorluidsprekers.
ON/OFF
of
Afstandsbediening
PC
AUX1
of
AUX2
TUNER
Afstandsbediening