6
Inbedrijfsstelling
6 .1 Inleiding
Het inbedrijf stellen van het slingerdempingsysteem dient in 3
fasen te worden uitgevoerd:
• werking van het slingerdempingsysteem controleren, zie hoofd-
stuk '6.2'
• uitvoeren van een drukinstelling, zie hoofdstuk '6.3'
• uitvoeren van de geforceerde slingertest zie hoofdstuk '6.4'
Houd de hierboven genoemde volgorde altijd aan!
Voor een volledig overzicht van de werking van het bedieningspa-
neel, zie hoofdstuk 7.3 'Het bedieningspaneel'.
Indien het gedrag van het slingerdempingsysteem niet overeen-
komt met hetgeen hierna is beschreven, raadpleeg dan hoofdstuk
9 'Storingen' .
6 .2 Controle op werking
Om de werking van het slingerdempingsysteem te controleren,
dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
- het hydraulisch systeem is uitgeschakeld
- het schip vaart niet
- de voedingsspanning (24 V) is ingeschakeld
Stap 1
• Druk op de aan/uit toets ( ).
Het bedieningspaneel schakelt in.
De LED boven de aan/uit toets gaat
aan.
Er klinkt nu een piep.
De CENTRE LED en de middelste
LED op de bovenste LED balk (FIN
ACTIVITY) lichten op.
Deze beide LED's knipperen gedurende circa 20 seconden. Dit is de
inschakelprocedure.
Stap 2
• Druk op de stabilisatietoets ( ).
De LED CENTRE gaat uit en de LED
STABILIZE gaat aan.
14
120401.05
• Druk de rechter toets ( ) onder
DAMPING net zolang in tot
de meest rechtse LED van de
DAMPING LED balk oplicht en
er langere dubbele piepjes gaan
klinken.
Afhankelijk van de hoeveelheid gol-
ven zullen de vinnen een grote of
een kleine uitslag vertonen. Dit is te
zien op de bovenste LED balk ('FIN
ACTIVITY').
Om de LED balk 'FIN ACTIVITY' te controleren is het gewenst dat
iemand die op de kade staat met de hand het schip aan het slingeren
brengt.
Stap 3
• Druk op de centreertoets ( ).
• Schakel het hydraulisch systeem in.
(Dit houdt meestal in: de hoofdmotor starten zodat de hydrauli-
sche pomp gaat draaien).
• Controleer of er geen lekkages optreden in het hydraulisch sys-
teem.
• Zet de besturing weer in de stand beschreven onder stap 2.
• Controleer bij de huidunits in de romp of de vinnen bewegen
wanneer het schip rolt.
De vinbewegingen zullen tamelijk fors zijn omdat het schip niet
vaart.
Wanneer het systeem net is opgestart kan het zijn dat de vinnen
niet bewegen omdat er nog lucht in de cilinders aanwezig is. Als
iemand op de kade het schip aan het slingeren brengt zullen
de cilinders automatische worden ontlucht en met olie worden
gevuld.
Beide vinnen moeten tij-
dens het bewegen dezelf-
de draairichting hebben.
6 .3 Drukinstelling
Omdat de besturing wordt gebruikt op schepen met verschillende
snelheden en omdat er 5 verschillende vinnen gebruikt kunnen
worden, dient aan boord nog de drukinstelling te worden ingesteld.
Slingerdempingsysteem