5 .7 Elektrische installatie
5 .7 .1 Inleiding
Om de benodigde elektrische verbindingen eenvoudig en overzich-
telijk te kunnen uitvoeren wordt een verbindingsdoos meegeleverd.
De ventielen, het bedieningspaneel en de voedingsspanning wor-
den in de verbindingsdoos op elkaar aangesloten.
Op de print in de verbindingsdoos zit tevens de zekering (Maximaal
4 A !).
5 .7 .2 Installatie verbindingsdoos
Monteer de verbindingsdoos in de buurt van het ventielblok.
De verbindingsdoos is alléén geschikt voor 24 Volt boordspanning.
Bij een 12 Volt boordsysteem moet een omvormer van 12 naar 24
Volt worden toegepast. Zie schema hoofdstuk 15.
Schakel voordat de kabels worden aangesloten de 24-Volt
boordspanning uit!
• Sluit het geheel aan zoals in het elektrisch schema is aangegeven,
zie hoofdstuk 15.
• Raadpleeg het elektrisch schema voor de toe te passen kabels.
Foutieve aansluitingen kunnen ernstige beschadiging aan de
besturing veroorzaken!
Tijdens bedrijf geven de LED's op de printplaat aan welke spoelen
bekrachtigd worden. Dit kan als hulp dienen bij de inbedrijfstelling.
Plaatsing slingersensor
Slingerdempingsysteem
5 .7 .3 Installatie slingersensor
Monteer de slingersensor met de kabelwartel wijzend naar de
achterzijde van het schip!
De slingersensor mag wel worden geroteerd om de hartlijn van het
schip.
Bij foutieve plaatsing van de slingersensor zal het slingerdemping-
systeem niet correct functioneren!
Monteer de slingersensor bijvoorbeeld onder het dashboard.
Monteer de slingersensor nooit op een plek waar bij normale vaart
sterke scheepstrillingen (bijvoorbeeld motortrillingen) optreden.
• Verwijder het deksel en monteer de slingersensor met 2 schroe-
ven tegen een vlak.
Kort of verleng nooit de reeds gemonteerde kabel. Dit kan de
goede werking van de slingersensor beïnvloeden.
• Sluit het geheel aan zoals in het elektrisch schema is aangegeven,
zie hoofdstuk 15.
13
120401.05