①
Aan-/uitknop [POWER]
Met deze knop kunt u het instrument in en
uitschakelen.
Wanneer u het instrument niet gebruikt, dient u het
uit te schakelen.
②
Volumeregelaar [MASTER VOLUME]
Deze regelaar regelt het volume van de
ingebouwde luidsprekers of het volume via
koptelefoon.
③
Display
Het display geeft u informatie over de actueel
ingestelde klank of over zojuist gekozen instellingen.
④
Knop [1]
Met deze knop worden de onder [1] getoonde functies
geselecteerd.
⑤
Knop [2]
Met deze knop worden de onder [2] getoonde functies
geselecteerd.
⑥
Knop [REC]
Deze knop maakt opnemen in de interne recorder
mogelijk.
⑦
Knop [PLAY/STOP]
Met deze knop kunt u de weergave van Lesson
oefenstukken en songs die in de interne recorder
opgenomen werden starten en stoppen.
⑧
Knop [UP]
Deze knop wordt gebruikt om klanken te
selecteren of door menu's naar boven te
navigeren en instelwaarden te verhogen.
⑨
Knop [DOWN]
Deze knop wordt gebruikt om klanken te
selecteren of door menu's naar beneden te
navigeren en instelwaarden te verlagen.
⑩
Knop [METRONOME]
Gebruik deze knop om de metronoom in- en uit te
schakelen, het tempo en het volume in te stellen en
de maatsoort te kiezen.
⑪
Knop [SOUND SELECT]
Met deze knop kunt u een klank kiezen die u op het klavier wilt
spelen.
⑫
Aansluiting [PEDAL]
Deze aansluiting wordt gebruikt om de aan de pedaaleenheid
aangebrachte pedaalkabel in te steken.
⑬
Aansluiting [USB TO HOST]
Deze poort dient voor de verbinding van instrument
en computer via een USB-"B naar A"-type kabel.
Dan kunnen MIDI gegevens gezonden en
ontvangen worden.
⑭
Aansluiting [DC IN]
Hier wordt de meegeleverde netadapter aangesloten.
⑮
[PHONES] Aansluitingen
Aan deze aansluitingen kunt u steeds een stereo-
koptelefoon aansluiten. Er is zowel een
aansluiting voor een stereo-mini-jack als ook voor
een stereo-jack voorhanden, die u ook gelijktijdig
kunt gebruiken.
Voorbereiding
9