5.
Schakel de buitenboordmotor naar neutraal (N)
c
a -
Vooruit
b -
Neutraal
c -
Achteruit
NB: Voor de initiële start van een nieuwe motor of voor een motor zonder brandstof, raadpleeg Procedure
Afstellen Brandstoftoevoermodule.
6.
Starten met de contactsleutel - Draai de contactsleutel naar START en laat hem dan los. Het
elektronisch startsysteem zal de motor automatisch tornen om deze te starten. Als de motor niet
aanslaat, stopt het tornen. Draai de sleutel nogmaals naar START totdat de motor aanslaat.
7.
Controleer nadat de motor is gestart of er een ononderbroken straal water uit de indicatieopening van
de waterpomp komt.
BELANGRIJK: Als er geen water uit de waterpomp-indicatieopening komt, zet dan de motor af en controleer
of de koelwaterinlaat verstopt is. Als er geen verstopping is, kan dit betekenen dat de waterpomp defect is of
dat het koelsysteem verstopt is. Dit heeft oververhitting van de motor tot gevolg. Laat de buitenboordmotor
door uw dealer nakijken. Als de motor in oververhitte toestand wordt gebruikt, loopt hij schade op.
Schakelen
BELANGRIJK: Denk aan het volgende:
•
Zet de buitenboordmotor alleen in of uit versnelling terwijl de motor stationair draait. Als u schakelt bij
een hoger motortoerental dan stationair, kan het onderwaterhuis beschadigd raken.
•
Schakel de buitenboordmotor niet naar achteruit als de boot sneller dan 6 km per uur vaart. Als u bij
een hogere vaarsnelheid in achteruit schakelt, kan de motor afslaan, wat er soms toe leidt dat er water
in de cilinders wordt gezogen: dat veroorzaakt ernstige motorschade.
BEDIENING
b
3485
56
a
51902
nld