13 HET TOESTEL STARTEN
13.1
Algemeen
Controleer de gasdruk, beschikbaar op de gas aansluitleiding van de ketel. Gebruik hiervoor de druknippel op het
gasblok [3] om deze voordruk te meten. De gasvoordruk naar de ketel moet bij vollast voldoen aan de minimale
waarde genoemd in tabel 2.2 "technische specificaties" om een goede werking van de ketel te garanderen.
De volgende tekening laat de positie van de druknippel [3] op het gasblok zien voor de verschillende ketels.
13.2
Toestel eerste keer inschakelen
Na het in bedrijf stellen van de ketel en de hiervoor beschreven handelingen, geeft het display van de ketel het
volgende weer:
Display mededeling
Reden
Het display geeft aan:
•
Of het toestel in bedrijf is
•
Of er een warmtevraag actief is
•
De temperatuurinstelling
•
De gemeten temperatuur
Als het onderste deel van de sifon wordt geplaatst, voordat de ketel in bedrijf wordt gesteld en na onder-
houdswerkzaamheden, moet ALTIJD de sifon compleet met water worden gevuld.
Dit betreft een veiligheidsvoorziening: het sifonwater sluit de condens afvoer af voor de rookgas-
sen uit de warmtewisselaar.
Als de ketel een warmtevraag krijgt, laat de besturing de ketel in bedrijf komen. Voordat de ketel wordt gebruikt,
moet de brander van de ketel correct worden afgesteld op minimum en maximum vermogen.
92
T A P W V d
> > >
:
1 2 3
Ketel is actief, maar er is geen warmtevraag.
De sifon moet altijd tot de rand toe ge-
vuld worden met water, alvorens deze
weer op de ketel wordt gemonteerd
E93.1001NL.E Handleiding CD
: G e e n
v r a a g
.
4 ° C ( 1 2 3
+
.
4 ° C )