11.1.4
S
OFT START
Startparameters kunnen aangepast worden, wanneer het warmwatertoestel luidruchtig, of anderszins moeilijk start.
Dit wordt bereikt door de ventilator minder snel op toeren te laten komen. Twee instellingen zijn hiervoor beschik-
baar (I en II).
P4BE
Soft start (0=normaal, 1=gereduceerde ventilator opstartsnelheid (I), 2=gereduceerde ventila-
tor opstartsnelheid (II)) (display D9).
0 =
normale start
1 =
gereduceerde ventilator opstartsnelheid I
2 =
gereduceerde ventilator opstartsnelheid II
11.1.5
P
OMPAANSLUITING
Bij gebruik van een 'Electronic Commutation'-pomp met aparte ingang voor sturing, bepaalt deze parameter welke
uitgang de pomp aanstuurt.
P5 BN
Pomp aansluiting
(0=modulerend, 1= relais1, 2= relais2, 3= relais3) (display DA)
Gebruik het 230 VAC relais niet voor de voeding van de pomp, maar sluit de pomp direct op een
externe voeding aan.
Modulerende pomp met PWM sturing: de voeding wordt direct aangesloten op de netspanning, de PWM ingang
wordt aangesloten op connector CN10, pennen 9 en 18.
Relais 1, 2 en 3 (nummering willekeurig): pompen met een aan/uit sturing kunnen worden geschakeld door één van
de relais-uitgangen "storing", "brander aan" of "warmtevraag". Kies een nog niet gebruikte aansluiting.
0 = PWM 0-100% modulerende pomp, aansluiting op connector CN10, pennen 9 + 18
1 =
Start-stop op relais 1, aansluiting 19 en 20 ("storing")
2 =
Start-stop op relais 2, aansluiting 21 en 22 ("brander aan")
3 =
Start-stop op relais 3, aansluiting 23 en 24 ("warmtevraag")
4 =
Niet gebruiken (gereserveerd voor nieuwe applicaties).
11.1.6
T
EMPERATUURGEVOELIGHEID TANKSENSOR
P2KH
Detectie van een snelle temperatuurdaling van de opslagtank (display BG)
Bij gebruik van S3 als tanksensor kan een snelle afkoeling van de tank worden gemeten (bijv. bij grote hoeveelhe-
den warmwaterafname). De gevoeligheid van deze sensor kan met parameter P2KH worden ingesteld in tienden
van graden.
84
(EC-
)
TECHNOLOGIE
E93.1001NL.E Handleiding CD
+
[0,1°C]