Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Luchttoevoer; Kwaliteit Verbrandingslucht; Luchttoevoer Via Vochtige Ruimtes - Eco Heating Systems CD+ 80 Installatie-, Gebruikers En Servicehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Een paar voorbeelden van rookgasmateriaal geschikt voor ECO ketels:
Voorbeeld CE code voor PP (kunststof): EN14471 T120 P1 W 2 O(30) I C/E L
Voorbeeld CE code voor roestvrijstaal: EN1856-1 T250 P1 W V2-L50040 O (50)
Let erop, dat bij het selecteren van rookgassystemen aan de minimale eisen wordt voldaan. Selecteer dus alleen
rookgasmaterialen die dezelfde of betere eigenschappen hebben dan die in deze tabel.
Gebruik nooit aluminium (bevattende) rookgasmaterialen voor deze ketel.
Aansluitmaten: diameters en toleranties:
mat
toestel
RVS
CD80
RVS
CD100, CD120
RVS
CD150, CD180
PP
CD80
PP
CD100, CD120
PP
CD150, CD180
Meerdere ketels kunnen worden aangesloten op een gezamenlijke rookgasafvoer. Deze rookgasafvoersystemen
voor cascade-installaties moeten altijd worden ontworpen als nuldruk- of onderdruk-systemen; dit om een mogelijk
risico van recirculatie van de rookgassen te voorkomen. Neem contact op met de rookgas afvoer leverancier voor
specifieke informatie en systeemontwerp. Zie de cascade-installatievoorschriften voor meer informatie over deze
systemen. Zie de cascadehandleiding op de website van Ecohs (http://www.ecohs.nl).
6.4

Luchttoevoer

Als een luchttoevoerkanaal is aangesloten op de ketel en vervolgens buiten het gebouw wordt gebracht, dan ope-
reert de ketel als een gesloten ketel (ruimteonafhankelijk).
Het luchtkanaal kan uit de volgende materialen zijn samengesteld:
PVC / PP
Dunwandig aluminium
RVS
6.4.1
K
WALITEIT VERBRANDINGSLUCHT
Verbrandingslucht moet schoon zijn en geen deeltjes en/of vervuilingen bevatten. Denk hierbij onder meer aan
chloor, ammoniak en/of loogzouten, stof, zand en stuifmeel. Ketels, die in de buurt van een zwembad, een wasma-
chine, chemische industrie of een wasserette worden geïnstalleerd, kunnen met vervuilde verbrandingslucht te
maken krijgen.
6.4.2
L
UCHTTOEVOER VIA VOCHTIGE RUIMTES
Als het luchttoevoerkanaal door een vochtige ruimte loopt (bijvoorbeeld een kas), moet het kanaal dubbelwandig
worden uitgevoerd en/of worden geïsoleerd. Dit om eventuele condensvorming aan de buitenzijde van het kanaal
te voorkomen. Het is niet mogelijk om de binnenzijde van de luchttoevoerkanalen te isoleren, daarom moet men er
zeker van zijn, dat ook hier geen condensvorming kan plaatsvinden.
Bij dak montage moet de luchttoevoer beschermd worden tegen regen, zodat er geen regenwater de ketel in-
stroomt.
26
d
d
nom
uitwendig
[mm]
[mm]
80
80 +0,3/ -0,7
100
100 +0,3/ -0,7
130
130 +0,3/ -0,7
80
80 +0,6/ -0,6
100
100 +0,6/ -0,6
130
130 +0,9/ -0,9
E93.1001NL.E Handleiding CD
d
L
inwendig
insteek
[mm]
[mm]
81 +0,3/ -0,3
50 +2/ -2
101 +0,3/ -0,3
50 +2/ -2
131 +0,5/ -0,5
50 +2/ -2
50 +20/ -2
50 +20/ -2
50 +20/ -2
+

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cd+ 100Cd+ 120Cd+ 150Cd+ 180

Inhoudsopgave