11 BESTURINGSOPTIES EN INSTELLINGEN
11.1
Algemeen
De volgende paragrafen behandelen het gebruik van enkele algemene functies van de ketel.
11.1.1
M
AXIMUM KOELTIJD
De ventilator koelt de wisselaar van de ketel af, afhankelijk van de ingestelde temperaturen (parameters). Met deze
maximum-koeltijdparameters kan de maximale nadraaitijd van de ventilator ingesteld worden.
P2LK
Max. koeltijd (display D4)
De ventilator koelt de warmtewisselaar van de ketel af zoals ingesteld met parameter P2 LJ, maar nooit langer dan
met deze parameter P2 LK wordt ingesteld. "0" = koelfunctie UIT.
Als S1 > instelwaarde P6BA – P2LJ: ventilator start na 1 minuut en stopt na 3 minuten
Tijdens het nadraaien van de pomp (watercirculatie) draait de ventilator niet na.
11.1.2
T
EMPERATUURWEERGAVE DISPLAY AAN
Selecteren weergave op het display van de gemeten temperaturen tijdens het bedrijf.
P5BJ
Temperatuur in display (1=ja 0=uit) (display D5)
De gemeten temperatuur weergeven in het display van de ketel.
0 = geen weergave
1 = weergave
11.1.3
S
ELECTIE GASSOORT
Instellingen voor gassoort: aardgas, propaan of butaan-propaanmengsel.
P4 BD
Gastype (0=standaard, 1=propaan, 2=butaan/propaan (B/P)) (display D8).
Deze parameter staat standaard op 0 voor de reguliere gassoort, zoals aardgas G20 of G25.3.
Door deze parameter op 1 in te stellen voor propaan G31 wordt de ventilatorsnelheid teruggebracht.
Kies 2 voor B/P.
0 =
standaard gas (bv: aardgas)
1 =
propaan
2 =
B/P
Voor elk van de drie instellingen worden de bijbehorende Soft-startinstellingen automatisch mee aangepast, afhan-
kelijk van de ingestelde waarde van P4BE, zie volgende paragraaf § 11.1.4.
Bij gasconversie moet de bijbehorende sticker
op de daarvoor bestemde plaats in het toestel
worden geplakt. Hierop moet worden aange-
geven welke gassoort wordt toegepast, en dat
parameter P4BD is aangepast.
In de afbeelding zijn 'propaan' en 'P4BD = 1'
aangevinkt).
/
UIT
E93.1001NL.E Handleiding CD
[min.]
+
83