OPMERKING:
verbreken).
3 Volg de instructies op het scherm om de netwerkverbinding met het hulpprogramma te beheren.
Of
1 Klik op Start→ Alle programma's→ Dell draadloos.
2 Klik op Dell draadloos breedband en volg de instructies op het scherm.
De Dell™ Mobile Broadband Card inschakelen/uitschakelen
OPMERKING:
Als u geen verbinding kunt maken met een mobiel breedbandnetwerk, moet u ervoor zorgen dat
u alle onderdelen hebt voor het maken van een mobiele breedbandverbinding (zie "Wat hebt u nodig voor een
verbinding met een mobiel breedbandnetwerk" op pagina 56), en controleer vervolgens of uw mobiele
breedbandkaart is ingeschakeld via de instelling van de draadloze schakelaar.
U kunt de draadloze apparaten op de computer in- en uitschakelen met de draadloze schakelaar links op
de computer (zie "Linkeraanzicht" op pagina 19).
Als de schakelaar op de stand "in" staat, zet u de schakelaar op "uit" om de schakelaar en de mobiele
breedbandkaart uit te schakelen. Als de schakelaar op de stand "uit" staat, zet u de schakelaar op "in" om
de schakelaar en de mobiele breedbandkaart van Dell in te schakelen. Zie "knop voor een draadloos
netwerk" op pagina 20 voor informatie over de standen van de draadloze schakelaar.
Zie "De status controleren van de draadloze netwerkkaart via Dell QuickSet" op pagina 56 om de status
van uw draadloze apparaat te bekijken.
Uw netwerkinstellingen beheren via de Dell QuickSet Location Profiler
Met de Dell QuickSet Location Profiler kunt u netwerkinstellingen beheren die overeenkomen met de
fysieke locatie van uw computer. Deze bevat twee categorieën profielinstellingen:
•
Instellingen locatieprofiel
•
Algemene mobiliteitsinstellingen
U kunt de Instellingen locatieprofiel om profielen te maken voor het toegang te krijgen tot internet met
de computer in uw kantoor, huis of andere openbare plaatsen met internetdiensten. Met Algemene
mobiliteitsinstellingen kunt u de manier wijzigen waarop netwerkverbindingen worden verwerkt. De
profielen bestaan uit verschillende netwerkinstellingen en hulpmiddelen die u nodig hebt wanneer u de
computer op verschillende locaties gebruikt.
Rechtsklik op het QuickSet-pictogram op de taakbalk voor meer informatie over QuickSet en klik op Help.
58
Netwerken instellen en gebruiken
De knop Connect (verbinding maken) verandert in de knop Disconnect (verbinding