EPP — enhanced parallel port (verbeterde parallelle
poort) — Een parallel connectorontwerp dat
bidirectionele gegevensoverdracht biedt.
ESD — electrostatic discharge (elektrostatische
ontlading) — Een snelle ontlading van statische
elektriciteit. ESD kan geïntegreerde circuits in computer-
en communicatieapparatuur beschadigen.
Express-servicecode — Een numerieke code die u vindt
op een sticker op uw Dell™-computer. Gebruik deze code
wanneer u contact opneemt met Dell voor hulp. De
service van de Express-servicecode is in sommige landen
niet beschikbaar.
F
Fahrenheit — Een temperatuurseenheid waarbij 32° het
vriespunt is en 212° het kookpunt van water.
FBD — fully-buffered DIMM (volledig gebufferde
DIMM) — Een DIMM met DDR2 DRAM-chips en een
Advanced Memory Buffer (AMB, geavanceerde
geheugenbuffer) die zorgt voor een snellere communicatie
tussen de DDR2 SDRAM-chips en het systeem.
FCC — Federal Communications Commission (federale
communicatiecommissie) — Een Amerikaanse instantie
verantwoordelijk voor de regelgeving met betrekking tot
de communicatie die aangeeft hoeveel straling computers
en andere elektronische apparaten mogen afgeven.
formatteren — Het proces dat een station of schijf voor
bestandsopslag voorbereidt. Wanneer een station of een
schijf is geformatteerd, gaat de bestaande informatie erop
verloren.
FSB — front side bus — Het gegevenspad en de fysieke
interface tussen de processor en de RAM.
FTP — file transfer protocol
(bestandsoverdrachtprotocol) — Een standaard
internetprotocol dat wordt gebruikt om bestanden uit te
wisselen tussen computers die met het internet zijn
verbonden.
164
Woordenlijst
G
G — zwaartekracht — Een eenheid van gewicht en kracht.
GB — gigabyte — Een eenheid van gegevensopslag die
gelijk is aan 1024 MB (1.073.741.824 bytes). Wanneer het
aantal MB verwijst naar de opslag op een vaste schijf,
wordt dit vaak afgerond tot 1.000.000.000 bytes.
geheugen — Een tijdelijke locatie voor gegevensopslag in
de computer. De gegevens in het geheugen zijn niet
permanent. Het is daarom raadzaam dat u de bestanden
regelmatig opslaat terwijl u aan ze werkt en ze sowieso
altijd opslaat voordat u de computer uitschakelt. De
computer kan verschillende typen geheugen bevatten,
zoals RAM, ROM en videogeheugen. Het woord 'geheugen'
wordt vaak ook als synoniem voor RAM gebruikt.
geheugen toewijzen — Het proces waarmee de computer
bij het opstarten geheugenadressen aan fysieke locaties
toewijst. Apparaten en software kunnen dan informatie
identificeren waartoe de processor toegang heeft.
geheugenadres — Een specifieke locatie waar gegevens
tijdelijk in RAM worden opgeslagen.
geheugenmodule — Een kleine printplaat waarop zich
geheugenchips bevinden en die op de systeemkaart wordt
aangesloten.
geïntegreerd — Duidt doorgaans op onderdelen die zich
fysiek op de systeemkaart van de computer bevinden.
Hiervoor wordt ook vaak de term ingebouwd gebruikt.
GHz — gigahertz — Een frequentie-eenheid die gelijk is
aan duizend miljoen Hz of duizend MHz. De snelheden
voor computerprocessors, bussen en interfaces worden
vaak in GHz uitgedrukt.
grafische modus — Een videomodus die gedefinieerd kan
worden als x horizontale pixels bij y verticale pixels bij z
kleuren. Grafische modi kunnen een onbeperkte variatie
van vormen en lettertypen weergeven.
GUI — graphical user interface (grafische
gebruikersinterface) — Software die interactie met de
gebruiker mogelijk maakt via menu's, vensters en
pictogrammen. De meeste programma's die onder het
Windows-besturingssysteem werken, zijn GUI's.