Bestanden verzenden via Wi-Fi Direct: Open
verzenden en houd het vast. Ga vervolgens naar Meer > Delen > Wi-Fi Direct. Als er een ander
apparaat wordt gedetecteerd, dient u op de naam ervan te tikken om de verbinding tot stand te
brengen en de bestandsoverdracht te starten.
Bestanden ontvangen via Wi-Fi Direct: Schakel Wi-Fi in. Tik in het scherm met Wi-Fi-instellingen
op
> Wi-Fi Direct om de detectie in te schakelen. Tik, wanneer u een melding van een
inkomend bestand ontvangt, op Accepteren om de overdacht te starten. Het ontvangen bestand
wordt standaard opgeslagen onder Bestanden in de map Wi-Fi Direct.
Verbinding maken met internet
Moeiteloos verbinding maken tussen Wi-Fi-netwerken en uw apparaat.
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1
Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen.
2
Houd
aangeraakt om het scherm Wi-Fi-instellingen te openen.
3
Schakel Wi-Fi in. Uw apparaat zal een lijst weergeven van alle beschikbare Wi-Fi-netwerken op uw
locatie.
4
Selecteer het Wi-Fi-netwerk waarmee u verbinding wilt maken. Als u een versleuteld netwerk
selecteert, moet u ook het Wi-Fi-wachtwoord in te voeren.
Bestanden, tik op een bestand dat u wilt
Wi-Fi en netwerk
72