AWB aanpassen: Tik in het Pro-modusscherm
waarde naar het midden.
Bij opnamen maken met zonlicht kiest u voor
l
.
Tik
aan om de kleurtemperatuur aan te passen. Verhoog de K-waarde als u uw foto een
l
warme en nostalgische tint wilt geven. Selecteer een lagere K-waarde voor een koude, kalme
of futuristische tint.
De AF aanpassen aan het onderwerp: Tik in het Pro-modusscherm
schuifbalk de gewenste modus naar het midden.
AF-modi
AF-S-modus
AF-C-modus
MF-modus
Uw apparaat stabiel houden tijdens het maken van opnamen: Tik in het Pro-modusscherm
aan en schakel Horizontale waterpas in. Nadat u deze functie hebt ingeschakeld, ziet u twee
hulplijnen in de zoeker. De camera is horizontaal wanneer de stippellijn de ononderbroken lijn
overlapt.
In Pro-modus worden sommige instellingen mogelijk aangepast nadat u een instelling aanpast.
l
U kunt ze aanpassen op basis van uw behoeften.
De aanbevolen instellingen hierboven zijn alleen voor referentiedoeleinden. U kunt ze
l
aanpassen om basis van de daadwerkelijke situatie om zo het gewenste effect te bereiken.
De Pro-modus gebruiken om portretten te maken
Wilt u portretten maken die er professioneel uitzien? Met de Pro-modus kunt u de camera-instellingen
aanpassen om professionele portretten te maken.
Open
Camera > Meer > Pro.
Een meetmodus selecteren:
Positioneer uw opnameonderwerp (bijvoorbeeld een gezicht) in het midden van de zoeker.
De helderheid aanpassen aan de opnameomgeving
De ISO aanpassen: Om overmatige ruis te voorkomen, raden we aan om de ISO laag in te stellen
l
wanneer u portretten maakt. U kunt de ISO aanpassen op basis van de opnameomgeving.
Opnameomgeving
Buiten
Toepassingsscenario
Niet-bewegende landschappen (zoals bergen).
Bewegende scènes (zoals stromend water en golven op zee).
Uitspringende objecten (zoals een close-up van een bloem).
we raden de modus of
Aanbevolen ISO
Tussen 100 en 200
aan en veeg met de AWB-schuifbalk de gekozen
. In een omgeving met zwak licht selecteert u
aan om portretten te maken.
aan en veeg met de AF-
Camera
34