Inhoudsopgave
Advertenties
4. Gebruik
4.2 Gebruik borstband
4.3 Bediening computer
AGE: ingestelde leeftijd
van de gebruiker
PROGRAM: nummer van
geselecteerde programma
weerstandsindicator
PULSE: aantal hartslagen
per minuut (alleen bij
gebruik hartslagband)
THR (Target Heart Rate):
hartslagfrequentie dat als
doel gesteld is
SCAN: automatisch wisselen
tussen displayweergave
MODE: 1. bevestigen van
de juiste waarden
2. instellen van de
displayweergave
PROGRAM: selecteren
van trainingsprogramma
RESET: 3 sec ingedrukt
houden: alle waarden terug
op beginwaarde
13
De borstband zorgt voor de registratie van de hartslag. Deze wordt elektromagnetisch
doorgezonden naar de computer waar de hartslag per minuut wordt weergegeven.
Hieronder is stapsgewijs beschreven hoe de borstband omgedaan moet worden.
1. Bevochtig de geribbelde elektrodeplaten aan de binnenkant van de borstband.
2. Plaats de borstband net onder de borstspieren en klik de sluiting vast. Stel de lengte
van de elastische band zo in dat de borstband strak maar comfortabel zit.
3. Zorg ervoor dat de vochtige elektrodeplaten direct tegen de huid liggen.
4. Wanneer de computer uw hartslag ontvangt, zal deze automatisch worden
weergegeven op het display.
Indien de computer uw hartslag niet weergeeft, controleer dan of de elektroden vochtig
zijn en of de band strak genoeg zit.
trainingsverloop display
KM/H ML/H: weergave van snelheid
in kilometer per uur of miles per uur
POWER: kracht van de roeislag
TIME: tijdsduur training
COUNT: aantal slagen
500M: de te verwachten 500 meter tijd
DIST: afgelegde afstand
SPD: snelheid
ODO: totaal aantal slagen
CAL: aantal verbrande calorieën
SPM: slagen per minuut
RPM: toerental
SET: wisselen tussen de
verschillende waarden
bij instellen van de computer
LEVEL: waarden verlagen
of verhogen
Advertenties
Inhoudsopgave
